GEBED IEDERE DAG

Gebed op de vigilie
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed op de vigilie
Zaterdag 11 mei


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Iedereen die leeft en in Mij gelooft
zal in eeuwigheid niet sterven.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 16,23-28

Op die dag zul je Mij geen uitleg meer te vragen hebben. Waarachtig, Ik verzeker jullie: wat jullie de Vader ook zullen vragen in mijn naam, Hij zal het jullie geven. Tot nu toe heb je nooit iets gevraagd in mijn naam. Vraag en je zult verkrijgen, en je vreugde zal volkomen zijn. Dit alles heb Ik tegen jullie gezegd in versluierende taal. Er komt een uur dat Ik geen versluierende taal meer zal gebruiken, maar onomwonden over de Vader zal spreken. Op die dag zullen jullie gaan bidden in mijn naam. Dat wil niet zeggen dat Ik jullie bij de Vader zal moeten aanbevelen, want uit eigen beweging houdt de Vader van jullie, omdat jullie van Mij hebben gehouden en geloofd hebben dat Ik van God ben uitgegaan. Ik ben inderdaad uitgegaan van de Vader, Ik ben in de wereld gekomen; maar nu verlaat Ik de wereld en ga Ik weer naar de Vader.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als je gelooft,
zal je Gods heerlijkheid zien, zo spreekt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

"Tot nu toe", zegt Jezus tegen zijn leerlingen, "heb je nooit iets gevraagd in mijn naam". Dat wil zeggen dat ze niet hebben deelgenomen aan de gemeenschap van zijn Geest. Hun geloof is nog onrijp, ze denken nog op een menselijke manier en in wereldlijke categorieën over Jezus. Ze hebben de heilige Geest nog niet ontvangen die nodig is om Jezus te begrijpen als de Redder. Om Jezus te begrijpen en zo met Hem verenigd te worden, moeten we zijn eigen Geest in ons hart ontvangen. De leerlingen ontvingen Hem op de dag van Pinksteren en Hij vergezelt hen al hun dagen. Ook wij ontvangen de Geest in de sacramenten en telkens wanneer ons het woord wordt verkondigd. Net zoals het de leerlingen toen verging, worden ook de ogen van ons hart geopend en begrijpen we het grote mysterie van liefde dat ons omringt. Gemeenschap met Jezus is niet de vrucht van theoretische kennis; het is gemeenschap van liefde en vertrouwvolle overgave aan Hem. Overweldigd door deze liefde zegt de apostel Paulus: "Voor mij is leven Christus" (Fil 1, 21). De gemeenschap met Jezus doet ons de woorden begrijpen: "Op die dag zullen jullie gaan bidden in mijn naam. Dat wil niet zeggen dat Ik jullie bij de Vader zal moeten aanbevelen, want uit eigen beweging houdt de Vader van jullie, omdat jullie van Mij hebben gehouden en geloofd hebben dat Ik van God ben uitgegaan". Jezus vertelt zijn leerlingen en ons dat Hij naar de wereld is gekomen om één te zijn met hen en om hen in de schoot van de Vader te brengen. Jezus is van deze ­wereld naar de Vader overgegaan. Hij is echter niet langer alleen naar de Vader teruggekeerd, zoals Hij is neergedaald, maar met de leerlingen van gisteren, vandaag en morgen, die Hij heeft gewonnen door zijn liefde tot aan de dood. Laten we de Heer danken voor zijn liefde die ons omhult en redt.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.