Feest van de Stoel van Petrus. Lees meer
Feest van de Stoel van Petrus.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Als wij sterven met Hem zullen wij met Hem leven,
als wij volharden met Hem zullen wij met Hem overwinnen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Matteüs 16,13-19
Jezus kwam in de streek van Caesarea van Filippus en vroeg zijn leerlingen: ‘Wie is de Mensenzoon volgens de mensen?' Ze zeiden: ‘Volgens sommigen Johannes de Doper, volgens anderen Elia, volgens weer anderen Jeremia of een van de profeten.' Hij zei hun: ‘En jullie, wie ben Ik volgens jullie?' Simon Petrus antwoordde hem: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.' Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Gelukkig ben jij, Simon Barjona; niet vlees en bloed hebben jou dat onthuld, maar mijn Vader in de hemel. Ik zeg jou: jij bent Petrus; op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar er niet onder krijgen. Ik zal je de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen, en wat je op aarde bindt zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.'
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
Als wij sterven met Hem zullen wij met Hem leven,
als wij volharden met Hem zullen wij met Hem overwinnen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
De liturgie nodigt ons uit om "het dienstwerk van Petrus" te gedenken en te vieren. Dit feest toont wat het apostolisch fundament van de kerk van Rome is en hoe zij ons voorgaat in de liefde, een uniek charisma dat verder leeft in de opvolgers van Petrus. Het evangelie brengt drie symbolen in herinnering - de steenrots, de sleutels en de macht om te binden en te ontbinden - en toont zo dat het charisma van Petrus een dienstwerk aan de hele mensheid is. Wij weten goed hoe belangrijk dit dienstwerk van eenheid van de bisschop van Rome voor de kerk is. Vandaag meer dan ooit: in een geglobaliseerde wereld, waar veel uiteenvalt, vertegenwoordigt de paus een unieke schat die moet worden gekoesterd, beschermd en getoond. Dit primaat komt niet voort uit "vlees en bloed", het is geen kwestie van persoonlijke en menselijke kwaliteiten, het is een geschenk van de Geest van God aan zijn kerk. Het getuigenis van paus Franciscus is bijzonder veelzeggend in deze tijd van chaos en onzekerheid. Jezus heeft zelf de rots aangewezen, toen Hij zijn leerlingen samenbracht op een afgelegen plek. Hij vroeg hun wat de mensen over Hem dachten, maar niet uit nieuwsgierigheid. Hij wil dat zijn leerlingen eensgezind zijn met Hem, dat ze dezelfde gevoeligheid hebben. Petrus neemt het woord in naam van de anderen en belijdt zijn geloof. En hij wordt meteen "gelukkig" genoemd. Dit huis zal een sterk huis zijn, dat weerstaat aan de "krachten van het dodenrijk". In het Semitisch taalgebruik verwijst dit naar de kracht van het kwade dat zal proberen om het huis neer te halen. Van dit gebouw heeft Petrus de sleutels. Het huis van God is niet gesloten. Het heeft deuren en Petrus heeft er de sleutels van. Het evangelie spreekt over een huis dat nu reeds oprijst op aarde en Petrus krijgt er nu reeds de sleutels van, alsook de macht om te "verbinden en te ontbinden". In het rabbijnse taalgebruik betekent dit de verantwoordelijkheid om in het huis banden van broederlijkheid te weven met allen.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.