GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de kerk
Woord van god elke dag

Gebed voor de kerk

Gebed voor de eenheid van de christenen. Intentie voor de christelijke gemeenschappen in Afrika. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de kerk
Donderdag 23 januari

Gebed voor de eenheid van de christenen. Intentie voor de christelijke gemeenschappen in Afrika.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik ben de goede herder,
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zij zullen één kudde en één schaapstal worden.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Hebreeën 7,25-8,6

Daarom is Hij ook in staat om hen, die door zijn tussenkomst tot God naderen, voor altijd te redden, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. Zo'n hogepriester hadden wij ook nodig: een die heilig is, schuldeloos, onbesmet, afgescheiden van de zondaars, en hoog verheven boven de hemelen; Hij hoeft ook niet, zoals de hogepriesters, elke dag opnieuw eerst voor zijn eigen zonden offers op te dragen en daarna voor die van het volk, want dit heeft Hij eens en voorgoed gedaan, toen Hij zichzelf offerde. De wet stelt als hogepriester mensen aan, die met zwakheid behept zijn; maar de eed, die uitgesproken is na de wetgeving, wijst de Zoon aan, die volmaakt is in eeuwigheid.
De kern van ons betoog is dat wij zo'n hogepriester hebben. Gezeten aan de rechterkant van de troon van de majesteit in de hemel, bedient Hij het heiligdom, de waarachtige tent, die de Heer zelf heeft opgericht, en niet een mens. Iedere hogepriester heeft tot taak gaven en offers op te dragen; daarom moet ook Hij iets hebben om te offeren. Verbleef Hij op aarde, dan was Hij niet eens priester, want daar zijn al priesters die de door de wet voorgeschreven gaven offeren, hoewel hun dienst slechts een afbeelding en een schaduw is van de hemelse werkelijkheid, zoals blijkt uit de godsspraak die Mozes ontving toen hij de tent ging vervaardigen: Zorg dat u alles maakt volgens het model dat u op de berg is getoond. In feite echter is de bediening die Jezus gekregen heeft veel verhevener, zoals ook het verbond waarvan Hij de middelaar is beter is, omdat het op betere beloften berust.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik geef jullie een nieuw gebod:
gij moet elkander liefhebben.

Alleluia, alleluia, alleluia !

"Wij hebben zo'n hogepriester. Gezeten aan de rechterkant van de troon van de majesteit in de hemel, bedient Hij het heiligdom, de waarachtige tent, die de Heer zelf heeft opgericht, en niet een mens". Dat is de kern van het christelijk geloof: Jezus heeft zijn onschuldig leven voor ons geofferd, en door dat offer werd Hij de bemiddelaar tussen God en de mens. Door Hem kunnen wij vergeven worden en in gemeenschap met God treden, in verbond met Hem leven. Door zijn dood en verrijzenis heeft Hij een nieuwe tijd en een nieuw verbond ingeluid in zijn bloed dat voor ons vergoten is. In de eucharistie vieren wij dit grote heilsmysterie, omdat in de gave van zijn lichaam en bloed zijn dood en verrijzenis telkens weer vernieuwd worden en wij steeds weer gemaakt worden tot zijn volk, zijn gemeenschap. Zo begrijpen wij beter de centrale plaats van de zondagse eucharistieviering, waarin wij tot nieuw leven worden gewekt, als één volk, bestaande uit mensen met verschillende levens, maar verenigd door de ene priester, de Heer Jezus. Zoals de joodse sabbat in het boek Genesis wordt gezien als de vervulling van de schepping, zo wordt op de zondag van de christenen de nieuwe schepping vervuld, die tot stand is gebracht door de dood en de verrijzenis van de Heer. Natuurlijk is het vandaag voor ons en voor de schepping slechts een gedeeltelijke vervulling, want alleen in Christus Jezus zijn de dood en het verderf overwonnen, en dus niet in ons en in de schepping. Wij wachten dan ook hoopvol op de uiteindelijke vervulling, wanneer "de dood niet meer zal bestaan; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij" (Ap 21, 4). Daarom hebben wij allemaal deze hogepriester zoals Melchisedek nodig, opdat Hij zijn leven voor ons blijft offeren, ons zijn brood geeft, zichzelf tot voedsel voor ons maakt in zijn woord dat brood en voedsel van eeuwig leven wordt.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.