GEBED IEDERE DAG

Gebed in de kersttijd
Woord van god elke dag

Gebed in de kersttijd

Gedachtenis van de heilige Stefanus, diaken, eerste martelaar. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed in de kersttijd
Donderdag 26 december

Gedachtenis van de heilige Stefanus, diaken, eerste martelaar.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Vrees niet, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap:
Heden is u een redder geboren in de stad van David.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 10,17-22

Pas op voor de mensen, want ze zullen je uitleveren aan rechtbanken, en in hun synagogen zullen ze je geselen. Men zal jullie voor landvoogden en koningen brengen omwille van Mij, als een getuigenis voor hen en de heidenen. Wanneer ze jullie uitleveren, maak je dan geen zorgen over hoe je zult spreken en wat je zult zeggen. Want op dat uur zal jullie ingegeven worden wat je moet zeggen. Want jullie zijn het niet die spreken, maar het is de Geest van je Vader die in jullie spreekt. De ene broer zal de andere aan de dood uitleveren, en een vader zijn kind, en kinderen zullen tegen hun ouders in verzet komen en hen ter dood brengen. Jullie zullen door iedereen gehaat worden vanwege mijn naam. Wie volhardt tot het einde, die zal gered worden.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Alleluia, Alleluia, Alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Daags na Kerstmis gedenkt de liturgie het martelaarschap van de heilige Stefanus, de eerste martelaar. De kerk beschouwt zijn martelaarschap als de eerste vrucht van de liefde van de Vader die zijn Zoon naar de aarde zond om ons te redden. De herinnering aan de martelaren helpt ons om na te denken over de vruchten van de Menswording van de Zoon van God: om de mensen in de hemel van de liefde te brengen en om allen opnieuw geboren te laten worden in de hemel van God, die een hemel van vrede en broederlijkheid is. Het evangelie van vandaag herinnert ons aan de uitspraak van Jezus aan de twaalf: "Ik stuur jullie als schapen tussen de wolven". Toen de leerlingen deze woorden van de Meester hoorden, werden ze ongerust. Maar Jezus stelde hen gerust door te zeggen dat Hij voor altijd bij hen zou zijn. Stefanus was de eerste van de getuigen, de eerste die zijn leven gaf voor het evangelie, in navolging van de Meester. Stefanus, een medeleerling van Paulus in de school van Gamaliël, had zich bij de apostelen gevoegd en werd vervolgens gekozen uit de zeven diakens voor de caritas, vooral ten aanzien van de weduwen. In de Handelingen van de Apostelen lezen we: "Door God rijk begunstigd met kracht, deed Stefanus grote wonderen en tekenen onder het volk". Hij kon het evangelie dat hij had ontvangen en dat zijn leven had veranderd niet het zwijgen opleggen. Hij gaf niet op toen hij met tegenstand en geweld geconfronteerd werd. Sterk in zijn geloof bleef Stefanus getuigen van het evangelie, zelfs als dat ten koste ging van zijn eigen bloed. Naar het voorbeeld van Jezus vroeg hij toen hij gestenigd werd God om zijn geest te ontvangen en zijn vervolgers te vergeven. Stefanus is de eerste martelaar in de christelijke geschiedenis geworden en hij voert de stoet aan van allen die, waar en wanneer ook, getuigd hebben en blijven getuigen van het evangelie tot aan het offer van hun leven toe. Zij allen, die "de hemelen open zien en de Mensenzoon zien staan aan de rechterhand van God", zijn vandaag in de hemel en zien God "van aangezicht tot aangezicht" en bevestigen ons dat het zonder heldhaftigheid onmogelijk is om leerlingen van Jezus te zijn.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.