GEBED IEDERE DAG

Gebed met Maria, Moeder van God
Woord van god elke dag

Gebed met Maria, Moeder van God

Het Jubileumjaar 2025 begint met de opening van de Heilige Deur in de Sint-Pietersbasiliek. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed met Maria, Moeder van God
Dinsdag 24 december

Het Jubileumjaar 2025 begint met de opening van de Heilige Deur in de Sint-Pietersbasiliek.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Geest van de Heer rust op u,
wie uit u geboren wordt zal heilig zijn.

Alleluia, alleluia, alleluia !

2 Samuël 7,1-5.8-11.16

Toen koning David zijn intrek had genomen in zijn paleis, en de Heer gezorgd had dat al zijn vijanden, in heel de omtrek, hem met rust lieten, zei hij tegen de profeet Natan: ‘Nu moet u eens zien! Ik woon in een paleis van cederhout en de ark van God staat onder tentdoek!' Natan zei tegen de koning: ‘Doe gerust wat u van plan bent; de Heer staat u bij.' Diezelfde nacht nog werd het woord van de Heer gericht tot Natan: ‘Zeg tegen mijn dienaar David: “Zo spreekt de Heer: U wilt voor Mij een huis bouwen en Mij daarin laten wonen? Zeg daarom tegen mijn dienaar David: “Zo spreekt de Heer van de machten: Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan, om vorst te zijn over mijn volk Israël. Op al uw tochten heb Ik u bijgestaan, al uw vijanden heb Ik vernietigd, uw naam heb Ik groot gemaakt als die van de groten van de aarde. Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven en het daar geplant om er te wonen, zonder nog opgeschrikt of onderdrukt te worden door boosdoeners, zoals vroeger, in de tijd dat Ik over mijn volk Israël rechters had aangesteld. Ik heb gezorgd dat al uw vijanden u met rust laten. De Heer kondigt u aan dat de Heer een huis voor u zal oprichten. Zo zullen uw huis en uw koninklijke macht blijven bestaan voor altijd; uw troon staat voor eeuwig vast.” '

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Zie, Heer, uw dienaars:
ons geschiede naar uw woord.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Deze bladzijde van het boek Samuël raakt aan een beslissend punt in de heilsgeschiedenis, namelijk de belofte van de Heer aan David van nakomelingen en het koninkrijk. Het verhaal is geïnspireerd op Davids vergelijking tussen zijn onderkomen in een prachtig cederhouten paleis, en dat van de ark, het teken van Gods aanwezigheid, die nog onder een tent staat. Daarom besluit David om voor de Heer een tempel te bouwen. Het feit dat Israël geen tempel had, werd onder meer beschouwd als een duidelijk teken van zijn religieuze inferioriteit ten opzichte van zijn buren. Zodra David de profeet Natan van zijn besluit op de hoogte heeft gebracht, reageert die enthousiast op het project. Maar diezelfde nacht spreekt God hem tegen. God legt David uit dat Hij in eerdere tijden nooit had gevraagd om de bouw van een tempel, en het ook niet aan hem heeft gevraagd. De Heer heeft zijn volk en David geleid in al hun ondernemingen, zonder een vast huis te hebben waar Hij woont. God heeft geen muren nodig. Hooguit heeft Israël ze nodig om de Heer niet te vergeten. Daarom zal de Heer zelf voor Israël een huis bouwen. De profeet kondigt een "koninklijk huis" aan dat zal duren "voor altijd"; het zal een "koninklijke macht voor eeuwig" zijn. We lezen deze profetie op kerstavond, als de eerste Heilige Deur wordt geopend in de Sint-Pietersbasiliek in Rome, waarmee dit Jubeljaar begint. De geboorte van Jezus, waarmee deze oude profetie van Jesaja in vervulling gaat, opent een deur in de geschiedenis die het leven van de mensen weer zin en hoop geeft. De profetie vindt haar volle verwezenlijking in Jezus Christus, zoals de engel aan Maria aankondigt: "Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen" (Lc 1, 32-33).

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.