GEBED IEDERE DAG

Gebed van de twaalf apostelen
Woord van god elke dag

Gebed van de twaalf apostelen

Feest van de apostelen Simon van Kanaän, ook de Zeloot genoemd, en Judas, die Taddeüs genoemd werd. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed van de twaalf apostelen
Maandag 28 oktober

Feest van de apostelen Simon van Kanaän, ook de Zeloot genoemd, en Judas, die Taddeüs genoemd werd.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als wij sterven met Hem zullen wij met Hem leven,
als wij volharden met Hem zullen wij met Hem overwinnen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Lucas 6,12-19

In die dagen ging Hij naar het gebergte om te bidden, en bracht er de hele nacht door in gebed tot God. Toen het dag werd riep Hij zijn leerlingen, en uit hen koos Hij er twaalf, die Hij ook apostelen noemde: Simon, die Hij ook Petrus noemde, diens broer Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Tomas, Jakobus van Alfeüs, Simon de zeloot, Judas van Jakobus, en Judas Iskariot, die de verrader is geworden.
Samen met hen daalde Hij af naar een vlak terrein. Daar waren zijn leerlingen, in groten getale, en een grote volksmenigte uit heel het Joodse land en Jeruzalem, en uit het kustgebied van Tyrus en Sidon. Ze waren gekomen om Hem te horen en van hun ziekten te worden genezen. Ook zij die geplaagd werden door onreine geesten, werden genezen. En al die mensen probeerden Hem aan te raken, omdat er een kracht van Hem uitging die iedereen genas.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als wij sterven met Hem zullen wij met Hem leven,
als wij volharden met Hem zullen wij met Hem overwinnen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Vandaag gedenkt de kerk de apostelen Simon en Judas. Simon wordt ook "de ijveraar" genoemd, misschien omdat hij tot de anti-Romeinse groep van de Zeloten behoorde, die geweld niet schuwden. Volgens de traditie heeft hij het evangelie gepredikt in Samaria, in Mesopotamië en is hij in Perzië gestorven. Judas, die ook Taddeüs genoemd wordt, wat "grootmoedig" betekent, is de apostel die op het Laatste Avondmaal aan Jezus vraagt dat Hij zich enkel aan de leerlingen en niet aan de wereld zou openbaren. Zijn naam staat op de laatste plaats in de lijst van de apostelen. Volgens de traditie is hij de auteur van de brief die zijn naam draagt en die gericht is aan de joden die zich bekeerd hebben. Over het leven van Simon en Judas weten we niet veel, maar daarom zijn ze niet minder belangrijk dan de andere apostelen. In de kerk gaat het er niet om hoe bekend je bent, maar hoe je de communie met de Heer en met je broers en zussen beleeft. Deze pagina van het evangelie benadrukt niet zozeer de diversiteit aan taken, maar het cruciale feit om dicht bij Jezus te zijn. Het feit dat de leerlingen azen op de beste plaats is totaal misplaatst. Helaas gebeurt dat vaak, ook in de christelijke gemeenschap: mensen die niet de eerste plaats zoeken in het dienen, maar wel in uiterlijk vertoon of geldingsdrang. Het belangrijkste om na te streven is de liefde, de edelmoedige belangeloze dienstbaarheid. De evangelist legt de nadruk op de namenlijst. Jezus roept iedereen bij naam, ook Simon en Judas. Het is hun directe roeping - bij naam - die hen tot leerlingen maakt en vervolgens tot apostelen, gezonden voor de zending van het evangelie. Uit deze gemeenschappelijke roeping vloeit ook broederlijkheid onder hen voort. Daarom kan Jezus zeggen dat het aan de wederzijdse liefde is dat anderen hen als zijn leerlingen zullen herkennen. In de Bijbelse mentaliteit is een naam niet alleen een nuttig instrument om iemand te roepen, maar veel meer: een naam is niet minder dan de geschiedenis, het hart en het leven van ieder van ons.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.