GEBED IEDERE DAG

Gebed van het heilig kruis
Woord van god elke dag

Gebed van het heilig kruis

Gedachtenis van de heilige Ireneüs, bisschop van Lyon en martelaar (+ 202). Uit Anatolië ging hij naar Gallië om het evangelie te prediken. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed van het heilig kruis
Vrijdag 28 juni

Gedachtenis van de heilige Ireneüs, bisschop van Lyon en martelaar (+ 202). Uit Anatolië ging hij naar Gallië om het evangelie te prediken.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 8,1-4

Hij daalde van de berg af en een grote menigte volgde Hem.
Daar kwam opeens een melaatse naar Hem toe. Hij knielde voor Hem neer en zei: ‘Heer, als U wilt, kunt U me rein maken.' Hij stak zijn hand uit en raakte hem aan. ‘Ik wil het, word rein', zei Hij. Meteen werd de melaatse rein. Jezus zei: ‘Zorg dat u er met niemand over praat, maar ga u laten zien aan de priester en breng de offergave die Mozes heeft voorgeschreven, om hun het bewijs te leveren.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
Wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jezus heeft net voor een grote menigte de Bergrede uitgesproken. Hij noemt de armen, de treurenden, de nederigen en hen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid "gelukkig". Nu daalt Hij af van de berg, zoals Mozes van de berg afdaalde met de tafelen van de wet. En daar staat een melaatse, een man die op grond van de wet geïsoleerd werd in zijn ziekte en onreinheid en besmettelijkheid. "Heer, als U wilt, kunt U me rein maken". Het is een eenvoudig gebed, maar vol geloof: "Als U wilt". Jezus, die later tegen de leerlingen zal zeggen: "Klop en er zal worden opengedaan", opent onmiddellijk de deur van zijn barmhartigheid, steekt zijn hand uit, raakt de melaatse aan en spreekt tot hem. En de melaatsheid verdwijnt. Jezus is niet bang om te stoppen bij deze zieke: Hij zorgt voor hem, raakt hem aan en spreekt woorden van genegenheid. En zo geneest Hij hem. Jezus laat de leerlingen zien hoe ze dicht bij mensen in nood kunnen zijn, hoe ze voor hen kunnen zorgen. Dat is de zin van het luisteren, van de hand die hem aanraakt, van de woorden die Hij tot hem richt. En Hij benadrukt duidelijk wat de wil van God is: "Ik wil het, word rein". Dit moet ook altijd de wil zijn van de leerlingen en van elke christelijke gemeenschap. Jezus leert ons gastvrijheid, en tegelijkertijd leert Hij ons, door de ontmoeting met deze melaatse, hoe we voor Hem moeten staan: we zijn allemaal zoals die melaatse. Laten we onze hand naar Hem reiken, en Hij zal ons genezen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.