GEBED IEDERE DAG

Gebed van het heilig kruis
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed van het heilig kruis
Vrijdag 26 april


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 14,1-6

Jullie moeten je niet zo laten verontrusten. Jullie geloven in God; geloof zo ook in Mij! In het huis van mijn Vader kunnen velen hun verblijf houden. Zou Ik anders gezegd hebben dat Ik wegga om voor jullie een plaats gereed te maken? Ja, Ik moet weggaan en voor jullie een plaats gereedmaken, maar Ik kom terug, en dan neem Ik jullie bij Me op, zodat daar waar Ik ben, ook jullie zullen zijn. En waar Ik heen ga - de weg daarheen is jullie bekend.' ‘Maar Heer,' zei Tomas, ‘we weten niet eens waar U heen gaat; hoe zou de weg ons dan bekend kunnen zijn?' Jezus antwoordde: ‘Ik ben de weg, en de waarheid en het leven. Alleen door Mij heeft men toegang tot de Vader.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
Wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jezus wil dat de vriendschapsbanden niet verbroken worden, maar dat ze voor altijd blijven bestaan. Hij laat zijn leerlingen niet in de steek, maar wil dat ze voor altijd bij Hem zijn. Hij bereidt voor ieder van ons een plaats in het grote huis van de Vader. Met deze woorden geeft Jezus ons een glimp van onze toekomst. Hoe vaak hebben we ons niet afgevraagd hoe het leven na de dood eruit ziet en wat er gebeurd is met onze vrienden die nu dood zijn, met degenen die we liefhadden en voor wie we gewerkt en geleden hebben. Het evangelie laat ons niet zonder antwoord op dit soort vragen. Integendeel, alsof het ons troost uit eerste hand wil laten ervaren, spreekt het over het hiernamaals als een groot, ruim huis, bewoond door onze vrienden, onze naaste en onze verre vrienden. Eén weg leidt ons naar hen en naar die plaats: Jezus zelf. De band met Hem is de waarborg dat niets van ons leven verloren gaat. Geen gedachte, geen gebaar van affectie is vergeefs; alles wordt verzameld en bewaard als een kostbare schat, verlicht door de verkondiging van de overwinning van het leven op de dood, die we met Pasen hebben ontvangen. Jezus lijkt ervan overtuigd dat de leerlingen de waarheid over het leven na de dood begrepen hebben, want Hij zegt: "En waar Ik heen ga - de weg daarheen is jullie bekend". Dat blijkt echter niet zo te zijn, ook vandaag nog niet. Tomas vraagt in naam van alle leerlingen welke weg dat is. Daarom zegt Jezus nogmaals duidelijk: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven". Verbonden blijven met Hem is de garantie om de juiste de weg te bewandelen om tot bij de Vader in de hemel te komen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.