GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de armen
Woord van god elke dag

Gebed voor de armen

De joden vieren het begin van de tijd van Pasen (Pesach). Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de armen
Maandag 22 april

De joden vieren het begin van de tijd van Pasen (Pesach).


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 10,1-10

Waarachtig, Ik verzeker u: wie niet door de deur de hof van de schapen binnenkomt, maar naar binnen klimt op een andere plaats, kan alleen maar een dief zijn en een bandiet. Wie wel door de deur binnenkomt, is de herder van de schapen. Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen zijn stem. Zijn schapen roept hij ieder bij zijn naam, en hij brengt ze naar buiten. En als hij zijn schapen allemaal naar buiten heeft gebracht, trekt hij voor hen uit, en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Een vreemde echter zullen ze nooit volgen; integendeel, ze gaan voor hem op de vlucht, omdat ze de stem van vreemden niet kennen.' In deze versluierende taal sprak Jezus hen toe, maar ze begrepen niet wat Hij hun te zeggen had. Jezus ging dus verder: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: Ik ben de deur voor de schapen. Al degenen die vóór Mij zijn gekomen, zijn dieven en bandieten, naar hen hebben de schapen niet geluisterd. Ik ben de deur; wie door Mij binnenkomt zal gered worden: die kan vrij in en uit gaan en zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen maar om te roven en te slachten, en om verloren te laten gaan; Ik ben gekomen opdat ze leven mogen bezitten, en wel in overvloed.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

"Ik ben de deur," zegt Jezus. Deze uitspraak drukt alle dringendheid uit die Jezus voelt om zichzelf aan te bieden als een doorgang naar het leven. "Ik ben gekomen opdat ze leven mogen bezitten en wel in overvloed". Wat betekent een overvloed aan leven? We worden vaak geconfronteerd met de kleine en beperkte dimensies van ons leven, en we dromen weinig van een groter leven. Maar Jezus is juist gekomen opdat ieder van ons een vol en waarachtig leven zou leiden. Het evangelie noemt dit ook het eeuwig leven. Het is een leven dat je krijgt en geeft. En zoals van elk geschenk begrijpen we de waarde ervan alleen als we het met anderen delen. We ontvangen het volledige en overvloedige leven van Jezus om het te delen met anderen. Maar in de plaats daarvan wil het kwaad dat we geïsoleerd leven. Het beeld van de rondzwervende schapen zonder herder is precies dat van mensen die ervoor kiezen om hun eigen weg te gaan, volgens hun instinct, hun gewoonte, zonder te luisteren naar iets anders dan de verwarde stem van hun eigen gedachten. Als we niet naar de stem van de Herder luisteren, verdwalen we en worden we een makkelijke prooi voor dieven en rovers. Denk maar aan de vele predikers van welzijn en welvaart die geluk beloven zonder het kruis, of een leven zonder moeilijkheden. Jezus is een open deur voor ieder van ons. Hij doet ons uit onszelf treden en de anderen liefhebben. Hij nodigt ons uit om op weg te gaan, naar nieuwe horizonten, op nieuwe paden, zonder andere grenzen te stellen dan die van de liefde.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.