Gebed voor de eenheid van de christenen. Intentie voor de christelijke gemeenschappen in Europa en Amerika. Lees meer
Gebed voor de eenheid van de christenen. Intentie voor de christelijke gemeenschappen in Europa en Amerika.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Hebreeën 8,6-13
In feite echter is de bediening die Jezus gekregen heeft veel verhevener, zoals ook het verbond waarvan Hij de middelaar is beter is, omdat het op betere beloften berust. Was dat eerste verbond onberispelijk geweest, dan was er geen plaats geweest voor een tweede. Maar God berispt hen met deze woorden: Er komen dagen, zegt de Heer,
dat Ik met het huis van Israël
en het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten.
Het zal anders zijn dan het verbond dat Ik met hun vaderen sloot,
toen Ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte te leiden,
want zij hebben zich niet aan mijn verbond gehouden en Ik heb mij niet meer om hen bekommerd, zegt de Heer.
En zo zal het verbond zijn
dat Ik met het huis van Israël zal sluiten
na die dagen, zegt de Heer:
mijn wetten leg Ik in hun geest
en Ik grif ze in hun hart:
Ik zal hun God zijn
en zij zullen mijn volk zijn.
Dan zal niemand meer zijn medeburger onderrichten
noch tot zijn broeder zeggen: Ken uw Heer.
Allen zullen ze Mij kennen,
van de kleinste onder hen tot de grootste.
Want Ik zal hun ongerechtigheden vergeven
en hun zonden niet langer gedenken.
Door te spreken van een nieuw verbond heeft Hij het eerste voor verouderd verklaard, en alles wat oud en bejaard wordt, staat op het punt te verdwijnen.
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
Wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Wij leven in een nieuw verbond, waarvan de Heer Jezus de bemiddelaar is geworden. In het Eerste Testament wordt vaak over het verbond gesproken: God bood de aartsvaders en zijn volk Israël een verbond van vriendschap aan dat hen uniek maakte onder alle volkeren. Deze belofte aan Israël en het joodse volk wordt niet ongedaan gemaakt of herroepen, maar definitief vernieuwd in Jezus, door wie het verbond wordt uitgebreid tot alle volkeren op aarde. Dat betekent dat allen nu toegang kunnen krijgen tot deze bijzondere relatie van God met de mensheid. Niemand is nog uitgesloten van Gods vriendschap. Johannes Paulus II sprak tot de joden, en hij citeerde daarbij Paulus, van "een verbond dat nooit wordt herroepen". Ja, op een voor ons misschien mysterieuze wijze blijft er tussen God en Israël een speciale relatie bestaan die niet is afgeschaft door het verbond dat in Jezus Christus met de gehele mensheid is gesloten. Het nieuwe verbond kwam tot stand in de dood en de opstanding van Jezus. En het gebeurt telkens weer in de viering van de eucharistie. De priester spreekt de woorden van Jezus zelf: "Dit is de kelk van mijn bloed, van het nieuwe en altijddurende verbond". De kracht en de nieuwheid van de verlossing die door de dood en verrijzenis van de Heer tot stand is gebracht, is ingeschreven in het geheel van de heilsgeschiedenis: van de schepping tot de parousia. Laten wij daarom de nieuwheid van de Heer Jezus verwelkomen als een krachtige oproep tot vernieuwing en bekering, voor de redding van de wereld.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.