Feest van de kerkwijding van de kathedraal van Rome, de basiliek van de heilige Johannes de Doper en de heilige Johannes de Evangelist in Lateranen. Herdenking van de Kristalnacht in 1938, het begin van de vervolging van de joden door de nazi's. Lees meer
Feest van de kerkwijding van de kathedraal van Rome, de basiliek van de heilige Johannes de Doper en de heilige Johannes de Evangelist in Lateranen. Herdenking van de Kristalnacht in 1938, het begin van de vervolging van de joden door de nazi's.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Ik ben de goede herder,
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zij zullen één kudde en één schaapstal worden.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Johannes 2,13-22
Het was kort voor het Joodse Pasen. Jezus begaf zich naar Jeruzalem en zag daar hoe men in de tempel runderen, schapen en duiven stond te verkopen en geld zat te wisselen. Hij knoopte touwen aaneen tot een zweep en joeg ze allemaal de tempel uit, schapen en runderen erbij. De tafels van de wisselaars gooide Hij met geld en al omver. En tegen de duivenverkopers zei Hij: ‘Weg ermee! Maak van het huis van mijn Vader geen markt!' Zijn leerlingen beseften dat er geschreven staat: De ijver voor uw huis zal Mij verteren. De Joden riepen Hem ter verantwoording met de vraag: ‘Welk teken geeft U ons te zien als bewijs dat U zo mag optreden?' Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Breek deze tempel af, en in drie dagen laat Ik hem herrijzen!' Daarop zeiden de Joden: ‘Zesenveertig jaar is er aan deze tempel gebouwd, en U wilt hem in drie dagen laten herrijzen?' Met dit woord doelde Jezus echter op de tempel die Hijzelf was. Toen Hij verrezen was uit de dood beseften zijn leerlingen dat Hij daarop gedoeld had, en ze geloofden in de Schrift en in het woord dat Jezus gesproken had.
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
Ik geef jullie een nieuw gebod:
gij moet elkander liefhebben.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Vandaag viert de kerk het feest van de wijding van de basiliek van de heiligen Johannes de Doper en Johannes de Evangelist in Lateranen, in Rome, die ook wel de 'moeder' van alle kerken in de wereld genoemd wordt. Dit feest gaat terug op het begin van de kerk en herinnert ons aan de waarde van elke heilige plaats van gebed en ontmoeting met de Heer. Kerken worden aan de Heer gewijd. Dus niet aan onszelf en daarom blijven het plaatsen van vrijheid en menselijkheid in de wereld. Ook voor Jezus was de betekenis van de tempel duidelijk: een plaats aan God toegewijd. Helaas was hij verworden tot een plek van handel in plaats van gebed. Jezus wil deze ruimte beschermen en doet dat krachtig en beslist. In de manier waarop Hij de handelaars en geldwisselaars wegjaagt, herkennen de leerlingen de woorden van de psalm: "De ijver voor uw huis zal Mij verteren". Dit feest herinnert ons eraan dat de Heer ook van ons en van ons leven een tempel heeft gemaakt die we niet mogen ontwijden met de marktlogica van koop en verkoop. De enige logica die mag heersen in het huis van God is die van de gratis liefde. De bewoners van Gods huis zijn geroepen - net als het gebouw - om hun leven te wijden aan de redding van anderen en niet van zichzelf. Dat bedoelt Jezus als Hij zegt: "Breek deze tempel af, en in drie dagen laat Ik hem herrijzen". Jezus sprak over zijn lichaam dat zou verrijzen. Met deze woorden wijdt Jezus ieder lichaam, hoe zwak en kwetsbaar ook, tot een tempel van God. Als het bewoond wordt door Gods liefde kan niets het vernietigen. Liefde is sterker dan de dood.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.