Gedachtenis van de heilige Carolus Borromeus (+1584), bisschop van Milaan. Lees meer
Gedachtenis van de heilige Carolus Borromeus (+1584), bisschop van Milaan.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Lucas 14,12-14
Hij zei ook nog, nu tegen zijn gastheer: ‘Wanneer u 's middags of 's avonds een feestmaal geeft, roep dan niet uw vrienden bij elkaar, of uw broers, of uw familie, of rijke buren. Die zouden u op hun beurt uitnodigen, om iets terug te doen. Nodig liever, als u een feest aanricht, armen uit, gebrekkigen, kreupelen en blinden. Wat een geluk voor u dat zij er niets tegenover kunnen stellen. Want het zal u teruggegeven worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.'
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Jezus gooit de gebruikelijke gedragsregels van de wereld volledig overhoop. Tegen?over de zorgvuldigheid waarmee men gasten van aanzien uitkiest, stelt Hij de ruimhartigheid en de vrijgevigheid waarmee mensen uitgenodigd worden die daar niets voor in de plaats kunnen stellen. Hij noemt de "armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden". Al deze mensen, die zijn uitgesloten van het gewone leven, kiest Jezus uit om deel te nemen aan het feestmaal dat wordt bereid. Het is een nieuwe opvatting van relaties tussen mensen die Jezus zelf als eerste voorleeft: onze relaties moeten niet gebaseerd zijn op wederkerigheid, maar op kosteloosheid, op eenzijdige liefde, precies zoals de liefde van God iedereen omvat, maar met een voorkeur voor de armen. In tegenstelling tot wat mensen gewoonlijk denken, ligt liefde juist in de uitnodiging voor het feestmaal van het leven aan alle uitgeslotenen, zonder van hen iets terug te verwachten. De echte beloning - wat we er in feite voor terugkrijgen - is arbeider te zijn in de wijngaard van liefde, broederlijkheid en solidariteit. Alleen in dit perspectief kan een wereld gebouwd worden op stevige en vreedzame fundamenten. Immers, de afstand in stand houden of vergroten tussen ?degenen die aan de tafel van het leven zitten en degenen die ervan zijn uitgesloten, zoals helaas nog steeds gebeurt in de wereld van vandaag, ondermijnt de vrede tussen de volkeren bij de wortel. De boodschap van het evangelie is precies het tegenovergestelde: het primaat van de kosteloosheid, zoals Jezus zelf voorleefde en verkondigde, blijft een van de dringendste taken waarvan christenen aan de mensen moeten getuigen. Het is een dimensie die moeilijk te beleven lijkt, maar het is het enige perspectief dat de wereld in het huidige moeilijke historische moment behoedt voor de val in de afgrond van geweld. Zij die deze dimensie van liefde begrijpen en beleven, zijn vandaag reeds gezegend en hun zal het morgen "terug?gegeven worden bij de opstanding van de rechtvaardigen".
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.