GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de kerk
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de kerk
Donderdag 27 juni


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik ben de goede herder,
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zij zullen één kudde en één schaapstal worden.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 7,21-29

Niet ieder die Heer! Heer! tegen Mij zegt, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar alleen hij die de wil doet van mijn Vader in de hemel. Velen zullen Mij op die dag zeggen: “Heer! Heer! Hebben we niet in uw naam geprofeteerd, hebben we niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben we niet in uw naam veel machtige daden gedaan?” Maar dan zal Ik hun openlijk zeggen: “Nooit heb Ik u gekend. Verdwijn uit mijn ogen, overtreders van Gods wet!”
Ieder die Mij hoort en doet wat Ik zeg, zal het vergaan als een verstandig man die zijn huis bouwde op de rots. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de wind stak op en ze stortten zich op dat huis, en het stortte niet in, want het was op de rots gegrondvest. Ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal het vergaan als een domme man die zijn huis bouwde op zand. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de wind stak op en ze sloegen tegen dat huis, en het stortte in: het werd één grote ruïne.'
Toen Jezus deze woorden beëindigd had, was de menigte geestdriftig over zijn onderricht. Want Hij onderrichtte hen als iemand met gezag en niet zoals hun schriftgeleerden.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik geef jullie een nieuw gebod:
gij moet elkander liefhebben.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Deze woorden uit het evangelie helpen ons te begrijpen waar de stabiliteit van ons leven op gefundeerd is. In deze tijd van instabiliteit, waarin we beseffen hoe onzeker ons bestaan en het leven van de wereld is, roepen deze woorden ons op om ons huis op de rots te bouwen. Niet alleen voor onszelf, maar voor de vele mensen die nergens heen kunnen. We zitten in een tijd van oorlog, met alle gevolgen van dien, zoals Jezus zegt: het is een tijd van regen, van stormen, van wind, van één grote ruïne. Maar "God is onze toevlucht en vesting," zoals Psalm 46 zegt, "bij uitstek onze helper in de nood: al beeft de aarde, wij kennen geen angst, al wankelen de bergen daar diep in de zee". In moeilijke tijden is de verleiding groot om op zichzelf te willen zijn en aan zichzelf te denken, wat echter een grote misleiding blijkt te zijn, want ten tijde van de storm is het het huis dat op zand is gebouwd dat instort. Zoals kardinaal Martini schreef: "We mogen de tegenstander niet uit het oog verliezen die door vermoeidheid, verveling en frustratie ons leven komt verzwakken. Daar moeten we ons met kracht tegen verzetten, verzetten, verzetten!". Het sterkste fundament is de rots in de diepte, die van het lezen van de Bijbel. Jezus zegt dat zij die de wil van de Vader doen het koninkrijk zullen binnengaan, en de wil van de Vader is dat geen van zijn kinderen verloren gaat en dat allen voortaan een plaats en een thuis hebben, en dat wij die klaarmaken voor hen die alleen dreigen achter te blijven.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.