V. is boos, houdt iedereen op afstand. Maar dan kalmeert ze, laat Brunilda naderbij komen en legt uit: “Af en toe zie ik mijn familie, ze brengen me zoveel dingen. Maar ik wil hun dingen niet, ik wil henzelf.” De patiënten in het psychiatrisch ziekenhuis van Elbasan spreken weinig, maar hun vreugde spreekt boekdelen als ze kleine attenties ontvangen of liefdevol aan hun vrienden denken.
In het Sadik Dinci-ziekenhuis bevinden zich patiënten, ex-gevangenen, drugsverslaafden, prostituees, gehandicapten. Ook L. is erbij, die na jarenlang in een weeshuis in Scutari te hebben doorgebracht, als volwassene simpelweg geen andere plek had om naartoe te gaan.
De Gemeenschap van Sant’Egidio is een lang verwachte gast: na de zomer van solidariteit keken de driehonderd gehospitaliseerde mensen uit naar het kerstfeest, naar de maaltijd, naar het bezoek.
Voor de kerstmaaltijd en het feest besteedt men een uur om zichzelf op te maken: de dames maken hun haar mooi, de heren scheren zich en brengen aftershave-crème aan. Een vijftiental personen van verschillende Gemeenschappen – uit Rome, Napels, Novara, Livorno en een twintigtal jongeren uit Genua – hebben het nieuwe jaar in Albanie gevierd met een bezoek aan honderden vrienden: de psychiatrische patiënten van Elbasan, de vrienden van het Familiehuis in Tirana, de gevangenen uit
de gevangenis van Shenkoli en kinderen en gezinnen uit de districten Lexhe en Mirdita in het noorden.
Het doel was tweeledig: om nabijheid te brengen bij mensen die zich buitengesloten voelen en hun te groeten, en om de zieken “naar buiten te laten gaan.”
Een van de mooiste tochten was die op de kabelbaan op de berg Dajti, die boven Tirana uittorent: eenmaal bij de top, op het moment dat ze de grond bereikten – sommige vrienden hadden nog nooit in hun leven sneeuw gezien – begon een heus sneeuwbalgevecht. En uiteindelijk bouwde iedereen mee aan een sneeuwpop: soms heb je echt niet zo veel woorden nodig om de vriendschap te beschrijven.