GEBED IEDERE DAG

Gebed op de dag des Heren
Woord van god elke dag

Gebed op de dag des Heren

FEEST VAN CHRISTUS, KONING VAN HET HEELAL Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed op de dag des Heren
Zondag 24 november

FEEST VAN CHRISTUS, KONING VAN HET HEELAL


Eerste Lezing

Daniël 7,13-14

In mijn nachtelijk visioen zag ik toen
met de wolken van de hemel iemand aankomen
die op een mensenzoon leek.
Hij ging naar de Hoogbejaarde
en werd voor Hem geleid.
Toen werd hem heerschappij gegeven,
pracht en koninklijke macht;
alle volken, stammen en talen brachten hem hun hulde.
Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat,
zijn koninkrijk gaat nooit te gronde.

Psalmgezang

Psalm 93

De Heer is koning, met luister omkleed.

De Heer is koning, met luister omkleed,
met macht heeft de Heer zich omgord.
Zo vast als de aarde, onwankelbaar,
zo vast staat uw troon door de eeuwen.

De golven rijzen steeds hoger, Heer,
de golven met dreunend geweld.
Maar machtiger dan het geraas van de golven,
is de macht van de Heer daarboven.

Betrouwbaar is alles wat Gij betuigt,
uw huis zij heilig in lengte van dagen.

Tweede Lezing

Openbaring 1,5-8

Aan Hem die ons liefheeft en ons verlost heeft van onze zonden door zijn bloed, en van Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de vorst van de koningen van de aarde.
die ons gemaakt heeft tot een koninklijk geslacht van priesters voor zijn God en Vader, aan Hem zij de heerlijkheid en de macht tot in alle eeuwigheid! Amen. Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem aanschouwen, ook zij die Hem doorstoken hebben; en alle stammen op aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen! ‘Ik ben de alfa en de omega', zegt God de Heer, Hij die is en die was en die komt, de Albeheerser.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 18,33-37

Toen ging Pilatus het pretorium weer binnen en riep Jezus bij zich. ‘Bent U de koning van de Joden?' vroeg hij. Jezus antwoordde: ‘Bent u daar zelf op gekomen of hebben anderen u over Mij verteld?' ‘Ben ik soms een Jood?' zei Pilatus. ‘Uw eigen volk, uw hogepriesters, hebben U aan mij overgeleverd. Wat hebt U gedaan?' Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap is niet van deze wereld. Als mijn koningschap van deze wereld was, zouden mijn dienaars er wel voor gevochten hebben dat Ik niet aan de Joden werd overgeleverd. Mijn koningschap is echter niet van deze wereld.' ‘U bent dus toch koning?' zei Pilatus. ‘Ja', zei Jezus, ‘Ik ben koning: met geen andere bestemming ben Ik geboren en in de wereld gekomen dan om te getuigen van de waarheid. Iedereen die uit de waarheid is, luistert naar mijn stem.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

Met het feest van Christus, Koning van het Heelal, sluiten we het liturgisch jaar af. Het is een recent feest in de Latijnse kerk. Het werd ingesteld toen de totalitaire regimes van de twintigste eeuw zich deden gelden en de geschiedenis van Europa en andere delen van de wereld gewelddadig onderwierpen. Maar de wortels van dit feest liggen in het evangelie, in het meest dramatische moment van Jezus' leven. De evangelietekst die we hoorden, toont ons Pilatus die aan Jezus vraagt: "U bent dus toch koning?". "Ja", zegt Jezus, "Ik ben koning".
In de ogen van de mensen is Jezus een eigenaardige koning: in plaats van een troon heeft Hij een kruis, zijn kroon is van doornen gemaakt en zijn hofhouding bestaat uit twee dieven die naast Hem gekruisigd worden. Verder zijn er enkel een paar vrouwen en een jonge man, die bedroefd onder het kruis staan. Toch is dit het meest sprekende beeld ooit van elke christelijke gemeenschap. In elke kerk staat een kruis en het verschijnt overal waar christenen vervolgd worden, tot de dood toe. Vandaag de dag lijkt het kruis sterk wortel te schieten in verschillende landen over de hele wereld. Er zijn niet weinig christenen die het lijden van Jezus blijven herbeleven. Net als die kleine groep vrouwen onder het kruis van Jezus willen wij staan bij al diegenen die vandaag nog steeds gekruisigd worden, bij allen die getroffen worden door geweld. In het aangezicht van zoveel tragedies van toenemend geweld wordt ons gevraagd om onze blik op te heffen naar het kruis van Jezus en zijn koninklijke macht te aanschouwen.
Het evangelie vertelt ons dat de prins van het kwaad door dat kruis verslagen wordt. Van op het kruis bevrijdt Jezus de mens van de heerschappij van de zonde en de dood. De apostel Paulus geeft die overtuiging aan alle kerken door, wetend dat dit een schandaal zou veroorzaken: "Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid" (1 Kor 1, 23). Als Gekruisigde oefent Jezus zijn koninklijke macht uit. Toen Hij aan dat hout genageld was, riepen allen Hem toe: "Red jezelf!". In deze eenvoudige woorden ligt een van de dogma's besloten die het bestaan van de mens, ook vandaag, het stevigst onderbouwen. Eigenliefde is een doctrine die van jongs af aan wordt aangeleerd en is zo stevig geworteld in het hart dat ze moeilijk uit te roeien is. Het is het evangelie van de wereld, een alternatief voor het evangelie van Jezus. En ieder van ons weet heel goed hoe verraderlijk en doordringend dit evangelie van de wereld is.
Het feest van Christus Koning toont ons de koninklijke liefde die het hart van de mensen en het leven van de wereld verandert. Laten we samenkomen rondom deze zwakke en arme koning. De redding van allen komt van die Gekruisigde. Met de woorden van de Apokalyps zeggen we: "Aan Hem die ons liefheeft en ons verlost heeft van onze zonden door zijn bloed [...], die ons gemaakt heeft tot een koninklijk geslacht van priesters voor zijn God en Vader, aan Hem zij de heerlijkheid en de macht tot in alle eeuwigheid! Amen".

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.