GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de armen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de armen
Maandag 17 juni


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 5,38-42

Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Oog om oog en tand om tand. Maar Ik zeg jullie een zaak niet uit te vechten met iemand die je kwaad heeft gedaan. Maar als iemand jou een klap op je rechterwang geeft, houd hem dan ook de andere voor. Als iemand een geding tegen je aanspant om je hemd te krijgen, geef hem dan ook je jas. Als iemand je dwingt hem een mijl te begeleiden, ga er dan twee met hem mee. Geef aan wie jou iets vraagt, en wend je niet af als iemand van je wil lenen.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

In het schema van tegenstellingen neemt Jezus nu de passage uit het Oude Testament over die de wet van de vergelding beschrijft: "Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Oog om oog en tand om tand". Die oude wet wilde de ongebreidelde wraak aan banden leggen. Jezus wil met zijn onderricht het kwade uitroeien. Het kwaad moet niet worden aan banden gelegd, het moet worden uitgeroeid, zegt Jezus. En de enige manier om het te verslaan is door middel van overvloedige liefde. Het kwaad kan niet worden overwonnen met meer kwaad, zelfs als het wordt gereguleerd, maar alleen met iets grootmoedigers. Jezus hekelt met deze uitspraken de mentaliteit van zijn tijd - die ook nu nog wijdverbreid is -en vraagt de leerling niet alleen om elke vorm van wraak uit zijn gedrag te bannen, maar ook om de andere wang toe te keren. Jezus stelt de mensen een nieuwe manier van leven voor die volledig op liefde is gebaseerd. Wie zich door de liefde laat leiden, verslaat het kwaad met de overvloed van het goede. Wie liefheeft, biedt ook zijn mantel aan aan wie hem erom vraagt, is bereid om zelfs twee keer zo ver te gaan met wie om zijn gezelschap vraagt en keert mensen die om hulp vragen niet de rug toe. Met liefde versla je het kwaad in zijn wortels en open je de weg naar een waardig leven.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.