GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de kerk
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de kerk
Donderdag 3 april


Lezing van Gods Woord

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Ik ben de goede herder,
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zij zullen één kudde en één schaapstal worden.

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Exodus 32,7-14

Toen sprak de Heer tot Mozes: ‘Ga nu naar beneden, want het volk dat u uit Egypte hebt geleid, is tot zonde vervallen. Ze zijn nu al afgeweken van de weg die Ik hun had voorgeschreven: ze hebben een stierkalf gemaakt, ze buigen zich daarvoor neer, ze dragen er offers voor op en schreeuwen: “Israël, dit is de god die u uit Egypte heeft geleid.” ' Ook sprak de Heer tot Mozes: ‘Ik zie nu hoe halsstarrig dit volk is. Laat Mij begaan, dan zal Ik hen in mijn brandende toorn vernietigen. Maar van u zal Ik een groot volk maken.' Mozes trachtte de Heer zijn God gunstig te stemmen en vroeg: ‘Waarom, Heer, zou U uw toorn laten woeden tegen uw volk, dat U met grote kracht en sterke hand uit Egypte hebt geleid? Waarom zou U de Egyptenaren laten honen: “Hij heeft ze laten gaan met de boze opzet ze in de bergen te laten omkomen en ze van de aarde weg te vagen.” Laat toch uw toorn niet langer tegen hen woeden. Zie af van het onheil waarmee U uw volk bedreigt. Denk aan uw dienaren Abraham, Isaak en Israël, aan wie U onder ede beloofd hebt: “Ik zal uw nakomelingen talrijk maken als de sterren aan de hemel, en heel het land waarover Ik heb gesproken zal Ik uw nakomelingen voor altijd in bezit geven. Het zal voor eeuwig hun erfdeel zijn.” ' Toen zag de Heer af van het onheil waarmee Hij zijn volk had bedreigd.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Ik geef jullie een nieuw gebod:
gij moet elkander liefhebben.

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

In de woestijn, zoals op de moeilijke momenten in het leven, word je al gauw gegrepen door de gedachte dat God veraf is. En dan is de instinctieve reactie van Israël om zelf een god te maken die beantwoordt aan de eigen behoeften. Het is haast paradoxaal hoe Israël van een gouden kalf kan zeggen: "Israël, dit is de god die u uit Egypte geleid heeft". Israël schrijft de bevrijding uit de slavernij toe aan een afgod die het met eigen handen gemaakt heeft. Het lijkt ongelooflijk. Maar als je je niet meer herinnert wat God gedaan heeft, wordt alles je eigen werk. Alleen de herinnering van het werk van God in ons leven maakt het echte antwoord op de moeilijkheden van het leven mogelijk. Helaas maakt de gerichtheid op onszelf ons "halsstarrig". We hebben de bemiddeling van een broer of zus nodig, zoals Mozes, die voor ons tot de Heer bidt. Dit is het mysterie van de liefde die werkelijkheid wordt wanneer we in de kerk voor elkaar bidden. In dit gebed voor de hele kerk, voor de hele gemeenschap, vervullen we een echte priesterlijke dienst. Het gemeenschappelijk gebed stijgt op tot de Heer en het raakt zijn hart, het overtuigt Hem zelfs om terug te komen op zijn voorgenomen veroordeling: "Toen zag de Heer af van het onheil, waarmee Hij zijn volk had bedreigd". Het gebed is een buitengewone kracht die de gelovigen in handen hebben, zoals Jezus het zijn leerlingen meermaals voorhoudt: "Ook verzeker Ik jullie: als er twee van jullie eensgezind iets vragen hier op aarde, om het even wat, dan zullen ze het krijgen van mijn Vader in de hemel. Want waar er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden" (Mt 18, 19-20).

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.