GEBED IEDERE DAG

Gebed met Maria, Moeder van God
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed met Maria, Moeder van God
Dinsdag 1 april


Lezing van Gods Woord

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

De Geest van de Heer rust op u,
wie uit u geboren wordt zal heilig zijn.

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Ezechiël 47,1-9.12

Toen bracht hij mij terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik onder de drempel water opwellen en in oostelijke richting stromen; de voorzijde van de tempel ligt immers op het oosten. Het water stroomde eerst zuidwaarts langs de muur en vervolgens langs de zuidkant van het altaar. Hij leidde mij door de noordpoort buitenom naar de oostelijke buitenpoort, en rechts daarvan kwam het water weer tevoorschijn. De man ging verder oostwaarts met de meetstok in de hand en mat een afstand af van duizend el. Daar liet hij mij door het water waden en het kwam tot mijn enkels. Weer mat hij een afstand van duizend el af. Hij liet mij door het water waden en het kwam tot mijn knieën. Opnieuw mat hij een afstand van duizend el af; hij liet mij door het water waden en het kwam tot mijn middel. Nog eens mat hij een afstand van duizend el af; nu was het een rivier, ik kon er niet meer doorheen waden. Het water was zo diep dat men er alleen zwemmend overheen kon. Toen vroeg hij: ‘Hebt u dat gezien, mensenkind?' Daarop liet hij mij teruggaan langs de oever van de rivier. En op de terugweg zag ik aan beide oevers overal bomen staan. Hij zei: ‘Dit water stroomt door het oostelijk deel van het land naar de Araba, mondt uit in de Zoutzee en maakt het water van de zee gezond. De rivier brengt leven overal waar hij stroomt, het wemelt er van dieren. De zee zit vol vis, want de rivier die erin uitmondt, maakt het water gezond. Overal waar hij stroomt is volop leven. Aan beide oevers van de rivier groeien allerlei vruchtbomen; hun bladeren verdorren niet en ze zijn nooit zonder vruchten. Elke maand dragen ze vruchten, omdat het water dat ze voedt uit het heiligdom komt. De vruchten zijn eetbaar en de bladeren hebben geneeskracht.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Zie, Heer, uw dienaars:
ons geschiede naar uw woord.

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Met dit visioen van de profeet Ezechiël laat het woord van God ons onze bestemming zien, de droom die God voor ons heeft. Hij toont ons de tempel en de stad Jeruzalem. Het water stroomt rijkelijk uit de tempel en brengt nieuw leven. De Bijbel spreekt over stromend water dat dorre akkers bevloeit en er een weelderige tuin van maakt. Dit water staat symbool voor de macht van God, die het dorre hart van de mensen omvormt, waardoor ze open staan voor de droom van God en deze droom ook mee kunnen helpen waar te maken. In het evangelie volgens Johannes is Jezus zelf de tempel waaruit het levende water van de Geest opborrelt: "Jezus stond daar en riep: 'Heeft iemand dorst, laat hij dan naar Mij toe komen, en laat drinken wie in Mij gelooft! Zoals de Schrift zegt: Uit zijn binnenste zullen stromen levend water vloeien'" (Joh 7, 38). Verder verwijst Johannes naar Jezus aan het kruis: "Wel doorstak een van de soldaten met een lans zijn zijde, en meteen kwam er bloed uit en water" (Joh 19, 34). Terwijl wij op weg naar Pasen zijn, spoort deze passage van de profeet ons aan om ons in deze periode niet los te maken van onze bron, het woord van God, om het mysterie van liefde dat wij tijdens de Goede Week zullen vieren te begrijpen en te ontvangen met een grotere bereidheid van ons hart. In die dagen zal er een stroom van levend water over ons en over de wereld worden uitgestort.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.