GEBED IEDERE DAG

Gebed met de heiligen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed met de heiligen
Woensdag 29 januari


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gij zijt een uitverkoren stam,
een koninklijk priestervolk, een heilige natie,
een volk door God verworven
om zijn grote daden te verkondigen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Hebreeën 10,11-18

Verder verricht iedere priester dagelijks staande de dienst en draagt hij telkens weer dezelfde offers op, die nooit de zonden kunnen wegnemen. Hij daarentegen is voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, na één enkel offer voor de zonden te hebben gebracht, nog slechts wachtend op het ogenblik dat zijn vijanden als een voetbank voor zijn voeten worden gelegd. Want door één offer heeft Hij voor altijd hen die zich laten heiligen tot volmaaktheid gebracht. We hebben hiervoor ook het getuigenis van de heilige Geest. Eerst zegt Hij: Dit is het verbond
dat Ik met hen zal sluiten na die dagen, zegt de Heer:
mijn wetten leg Ik in hun hart
en Ik grif ze in hun geest.
Ik zal hun zonden en ongerechtigheden niet langer gedenken.
En waar deze vergeven zijn, is geen zoenoffer meer nodig.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jullie zullen heilig zijn,
want Ik ben heilig, zegt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De schrijver van de brief herinnert ons eraan dat verlossing niet wordt bereikt door handelingen of door het naleven van riten. In het christelijke mysterie is het niet de mens die door zijn eigen inspanningen tot God opstijgt. Het tegenovergestelde is waar: het is God die naar de aarde komt om de mens te redden van de slavernij waarin hij zich bevindt. Redding is het werk van God en zijn Zoon, die ons zo heeft liefgehad dat Hij zijn eigen leven voor iedereen gegeven heeft. Ons wordt gevraagd om deze liefde te accepteren, deze liefde die het bloed uitstort op het kruis om ons te redden. Verlossing vloeit voort uit het kruis. Daarin verschijnt het toppunt van Gods liefde. Die dood heeft de wereld gered. En daardoor is Jezus "voor altijd gezeten aan de rechterhand van God", zoals in de brief staat. We horen hier de echo van wat de apostel Paulus schrijft in de hymne in de brief aan de Filippenzen: "Hij heeft zich vernederd; Hij werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan een kruis. Daarom ook heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen staat, opdat in de naam van Jezus iedere knie zich zou buigen, in de hemel, op aarde en onder de aarde" (Fil 2, 8-10). De schrijver van de Brief aan de Hebreeën herinnert ons er ook aan dat de Heer Jezus vanaf de troon van zijn heerlijkheid in de hemel wacht tot "zijn vijanden als een voetbank voor zijn voeten worden gelegd" (cf. Ps 110, 1). Door zijn dood en opstanding heeft Hij de prins van het kwaad voor altijd verslagen. En de christelijke gemeenschap die samenkomt om de dode en verrezen Jezus te gedenken - vooral in de viering van de eucharistie - beleeft deze overwinning. We weten dat we nog moeten wachten op de "volmaaktheid" waartoe we geroepen zijn, maar de weg erheen is definitief: zij die deelhebben aan het 'lichaam' van Jezus hebben de verlossing al bereikt.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.