GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de armen
Woord van god elke dag

Gebed voor de armen

Europese Dag van de Herdenking van de Holocaust. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de armen
Maandag 27 januari

Europese Dag van de Herdenking van de Holocaust.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Hebreeën 9,15.24-28

En daarom is Hij middelaar van een nieuw verbond: zijn sterven heeft bevrijding gebracht van de zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven; nu kunnen zij die door God geroepen zijn het eeuwig erfdeel ontvangen, dat hun is toegezegd. Want Christus is niet het heiligdom binnengegaan dat, door mensenhanden gemaakt, slechts een symbool is van het waarachtige heiligdom; Hij is de hemel zelf binnengegaan om er nu, voor onze zaak, bij God present te zijn. Ook hoeft Hij zich daar niet telkens opnieuw te offeren, terwijl de hogepriester jaar in jaar uit het allerheiligste binnengaat, met bloed dat niet het zijne is. Anders had Christus telkens opnieuw moeten lijden, vanaf het begin van de wereld; maar in feite is Hij slechts eenmaal verschenen, op het hoogtepunt van de geschiedenis, om door zijn offer de zonden weg te nemen. Het is het lot van de mens eenmaal te sterven, en daarna komt het oordeel; zo is ook Christus eenmaal geofferd, om de zonden van allen op zich te nemen; de tweede maal zal Hij niet wegens de zonde verschijnen maar om hen te redden die naar Hem uitzien.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De term "verbond" (testament) drukt een verbintenis uit - dat is de juridische betekenis van het woord van God met zijn volk. En de dood van Jezus, die eens en voor altijd plaatsvond, toont de eeuwige geldigheid van deze overeenkomst aan. Het kruis wordt niet tenietgedaan door Pasen; integendeel, de hele theologie van de cultus in de Hebreeënbrief ziet het offer van Christus als een eeuwigdurende gebeurtenis die voortdurend verlossing tot stand brengt. Jezus' dood was noodzakelijk voor onze redding. Mozes besprenkelde op de Sinaï het wetboek en het hele volk met bloed en de auteur bespeurt in deze gebeurtenis reeds de contouren van de dood aan het kruis. Wij zouden daaruit kunnen afleiden dat het woord van het evangelie ook met bloed moet worden besprenkeld, wat wil zeggen dat je het evangelie niet kan scheiden van het kruis. Jezus' dood is geen noodzakelijk herstel ter vergeving van de zonden, maar de logische conclusie van een liefde die zijn leven geeft voor de redding van anderen. Jezus heeft ons door zijn offer reeds het hemelse heiligdom doen binnengaan. Als de brief dus spreekt over "hemelse dingen", doelt hij niet op dingen die ver van ons afstaan, maar op de kerk, op de gemeenschap van gelovigen als een huis van gebed, broederlijke gemeenschap en liefde voor de armen. De uniciteit van het offer van Christus geldt ook voor de kerk, omdat zij de plaats is waar Christus woont en zich openbaart. De kerk wordt de eersteling van het heil, in die zin dat in haar reeds op zekere wijze de eenheid van de gelovigen uit alle volkeren van de aarde tot stand komt, zoals Vaticanum II stelt: de kerk is een teken en instrument van de eenheid van het menselijk ras. We kunnen vandaag, op 27 januari, de Europese Dag van de Herdenking van de Holocaust, niet voorbijgaan aan het afschuwelijke geweld waaraan miljoenen joden werden onderworpen in de vernietigingskampen van de nazi's en op de vele plaatsen waar ze tijdens de Tweede Wereldoorlog werden uitgeroeid. Moge deze dag voor iedereen een onuitwisbare herinnering zijn en een waarschuwing tegen toenemend antisemitisme en alle vormen van racisme: het is minachting die leidt tot de eliminatie van de ander.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.