GEBED IEDERE DAG

Gebed op de dag des Heren
Woord van god elke dag

Gebed op de dag des Heren

2DE ZONDAG DOOR HET JAAR
Gebed voor de eenheid van de christenen. Intentie voor de orthodoxe kerken.
Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed op de dag des Heren
Zondag 19 januari

2DE ZONDAG DOOR HET JAAR
Gebed voor de eenheid van de christenen. Intentie voor de orthodoxe kerken.


Eerste Lezing

Jesaja 62,1-5

Uit liefde voor Sion kan ik niet zwijgen,
uit liefde voor Jeruzalem ken ik geen rust,
totdat zijn heil straalt als een gloed
en zijn redding als een brandende toorts.
De volken zullen uw heil zien
en alle koningen uw heerlijkheid.
Zij geven u een nieuwe naam,
die de Heer zelf heeft bepaald.
U zult een schitterende kroon zijn in de hand van de Heer,
een koninklijk diadeem in de hand van uw God.
Men noemt u niet langer ‘Verstotene',
en uw land niet langer ‘Verlatene',
maar u zult heten: ‘Mijn Welbehagen',
en uw land: ‘Gehuwde'.
Want de Heer heeft welbehagen in u
en uw land wordt gehuwd.
Zoals een jongeman een meisje huwt,
zo zal Hij, die u opbouwt, u huwen.
En zoals de bruidegom blij is met zijn bruid,
zo zal uw God blij zijn met u.

Psalmgezang

Salmo non trovato :

Tweede Lezing

1 Korintiërs 12,4-11

Er zijn verschillende gaven, maar de Geest is een en dezelfde. Er zijn verschillende vormen van dienstverlening, maar de Heer is een en dezelfde. Er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is een en dezelfde God, die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. Aan de een wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven; aan een ander een woord van kennis, krachtens dezelfde Geest; aan een derde door dezelfde Geest het geloof; en aan weer anderen schenkt diezelfde Geest de gave om ziekten te genezen, de kracht om wonderen te doen, de gave van de profetie, de onderscheiding van geesten, het vermogen om in talen te spreken of de betekenis ervan uit te leggen. Dit alles is het werk van één en dezelfde Geest, die aan ieder zijn gaven uitdeelt zoals Hij het wil.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 2,1-11

Op de derde dag werd er een bruiloft gevierd te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. Ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn opraakte, wendde de moeder van Jezus zich tot Hem en zei: ‘Ze zitten zonder wijn.' Jezus antwoordde: ‘Wat hebben ik en u daarmee van doen, Vrouwe? Mijn uur is nog niet gekomen.' Zijn moeder zei tegen de dienaren: ‘Wat Hij u ook beveelt, doe het maar.' Nu stonden daar zes stenen waterbakken ten behoeve van het Joodse reinigingsgebruik, elk met een inhoud van twee tot drie metreten. ‘Doe die bakken vol water,' beval Jezus hun. Ze deden ze vol water, tot de rand toe. Vervolgens zei Hij: ‘Schep er nu wat uit en breng het naar de tafelmeester.' En ze deden het. De tafelmeester proefde het water dat wijn was geworden, maar wist niet waar die vandaan kwam; de dienaren die het water geschept hadden wisten het wél. De tafelmeester riep dus de bruidegom en zei: ‘Iedereen schenkt toch eerst de beste wijn, en de gewone pas wanneer er al flink gedronken is. Maar u hebt de beste wijn bewaard tot het laatst!' Dat was het begin van Jezus' tekenen, te Kana in Galilea. Hij openbaarde zijn heerlijkheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

De passage uit het evangelie over de bruiloft in Kana, die de evangelist aan het begin van zijn evangelie plaatst, vat in zekere zin de hele zending van Jezus samen. Het is niet alleen het eerste van de "tekenen", het is het archetype ervan. Het vat in zichzelf het beeld samen van de bestemming van de volkeren die iedereen kan begrijpen en waar iedereen door aangetrokken kan worden. Jezus maakt dit expliciet in de gelijkenissen van het koninkrijk, die hij vergelijkt met een bruiloftsmaal. In een wereld die verstoken is van visioenen en die de zin van het leven kwijt is, worden we hier getuige van een feestelijk samenzijn waar een grote aantrekkingskracht van uitgaat. Het "teken" van Kana verandert ook het hart van de leerlingen, die precies in Kana in Jezus beginnen te geloven. Het was een heel kleine groep die Jezus pas drie dagen volgde, maar bij het zien van het 'teken' van Kana, merkt de evangelist op, "geloofden ze in Hem". Ze begrijpen nu dat de verandering van water in wijn in wezen aantoont dat Jezus een feestelijk samenleven onder de mensen is komen inluiden. Zelfs de diepst gewortelde gebruiken worden omvergeworpen. Dat merkt de tafelmeester op: "Iedereen schenkt toch eerst de beste wijn, en de gewone pas wanneer er al flink gedronken is. Maar u hebt de beste wijn bewaard tot het laatst!". In Kana stelt Jezus het nieuwe koninkrijk in: eenzaamheid wordt omgezet in gemeenschap, verdriet in vreugde en dood in leven. Eindelijk worden de woorden van de profeet vervuld: "Men noemt u niet langer 'Verstotene' [...] maar u zult heten: 'Mijn Welbehagen'".
Opvallend in het verhaal is de aanwezigheid van de moeder van Jezus, die al vóór Hem op het feest aanwezig was. Zij is degene die erover waakt dat alles goed gaat. Zij is het die opmerkt dat de wijn bijna op is. Het feest, dat meestal meer dan één dag duurde, loopt wellicht naar zijn einde. Onmiddellijk gaat Maria naar haar Zoon en vertelt hem bezorgd: "Ze zitten zonder wijn". We zouden kunnen zeggen dat zij, lang vóór ons en soms zelfs zonder ons, bemiddelt opdat alles goed zal gaan. Zij voelt de verantwoordelijkheid van de liefde. Daarom zegt Maria tegen de dienaren: "Wat Hij u ook beveelt, doe het maar". We weten heel goed dat het Jezus is die het wonder verricht, maar hij heeft die dienaren nodig om de bakken tot de rand toe te vullen met water, royaal, tot ze bijna overlopen. Dat is de kracht van de voorbede, een waar dienstwerk dat we allemaal zouden moeten herontdekken.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.