GEBED IEDERE DAG

Gebed met de heiligen
Woord van god elke dag

Gebed met de heiligen

Feest van de zwarte Christus van Esquipulas, in Guatemala, die vereerd wordt in heel Midden-Amerika. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed met de heiligen
Woensdag 15 januari

Feest van de zwarte Christus van Esquipulas, in Guatemala, die vereerd wordt in heel Midden-Amerika.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gij zijt een uitverkoren stam,
een koninklijk priestervolk, een heilige natie,
een volk door God verworven
om zijn grote daden te verkondigen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Hebreeën 2,14-18

Omdat ‘de kinderen' mensen zijn van vlees en bloed, heeft Hij ons bestaan willen delen, om door zijn dood de vorst van de dood, de duivel, te onttronen, en hen te bevrijden die door de vrees voor de dood heel hun leven aan slavernij onderworpen waren. Want het zijn niet de engelen van wie Hij zich het lot aantrekt, maar de nakomelingen van Abraham. Vandaar dat Hij in alles aan zijn broeders gelijk moest worden, om een barmhartig en getrouw hogepriester te worden bij God en de zonden van het volk uit te boeten. Omdat Hij zelf de proef van het lijden doorstaan heeft, kan Hij allen helpen die beproefd worden.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jullie zullen heilig zijn,
want Ik ben heilig, zegt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jezus is niet alleen een voorbeeldige priester, hij is de "hogepriester", de grootste, omdat "hij zich niet om engelen bekommert, maar om het zaad van Abraham". Hij zorgt voor de mensen, geneest hun ziekten, sterkt hun broosheid en troost hen. Hij is werkelijk "een barmhartige hogepriester". Hij wil "vlees en bloed delen" met de mensen, dat wil zeggen: alles met hen delen. Zoals de armen heeft ook Hij honger en dorst geleden, zoals zij die vervolgd werden omwille van de gerechtigheid werd ook Hij beledigd, zoals de gevangenen werd ook Hij gevangen gezet. "Omdat Hij zelf de proef van het lijden doorstaan heeft, kan Hij allen helpen die beproefd worden," schrijft de auteur van de Hebreeënbrief. Onschuldig gekruisigd, maakte Jezus het kruis tot altaar van het offer waarvan hij hogepriester en slachtoffer was. Aan het kruis neemt Hij de zonde van de mensen op zich en door degenen die hem doden te vergeven vergeeft Hij de hele mensheid: Hij offerde zichzelf "om de zonden van het volk uit te boeten". Dat is het mysterie van een grenzeloze liefde: de gekruisigde Jezus maakt het kruis, in plaats van het te vervloeken, tot een plaats van zegen voor allen. Aan dit altaar treedt Christus, de Hogepriester, op namens het volk. Hij vergeeft en de mensen en stelt hun een andere wet voor: niet die van de wraak, maar die van de barmhartigheid en de vergeving. Jezus, "in alles aan zijn broeders gelijk", wordt deelgenoot van hun grootste zwakheid, de dood. Laten wij blijven dankzeggen voor dit mysterie van liefde, en laten wij ons leven verbinden met Hem die onder ons is neergedaald om ons deelgenoten te maken van zijn eigen leven.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.