GEBED IEDERE DAG

Gebed met Maria, Moeder van God
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed met Maria, Moeder van God
Dinsdag 14 januari


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Geest van de Heer rust op u,
wie uit u geboren wordt zal heilig zijn.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Hebreeën 2,5-12

Want God heeft niet aan engelen de heerschappij gegeven over de toekomstige wereld, waarover wij spreken.
Veeleer heeft iemand ergens verklaard:
Wat is de mens, dat U hem gedenkt,
en het mensenkind, dat U voor hem zorgt?
U hebt hem voor korte tijd beneden de engelen gesteld,
U hebt hem met luister en eer gekroond,
alles hebt U aan zijn macht onderworpen.
Door alles aan Hem te onderwerpen, liet God niets over dat niet aan Hem zou zijn onderworpen. Nu zien we nog niet dat alles aan Hem is onderworpen.
Maar wel zien we hoe Jezus, die voor korte tijd beneden de engelen was gesteld, met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft doorstaan. Door Gods genade kwam zijn sterven aan allen ten goede. Het was passend dat God, einde en oorsprong van alles, indien Hij vele kinderen de heerlijkheid wilde binnenleiden, ook de leidsman van hun redding door lijden tot de voleinding bracht. Want Hij die heiligt en zij die geheiligd worden hebben allen één Oorsprong; daarom schrikt Hij er ook niet voor terug om hen zijn broeders te noemen, wanneer Hij zegt: Ik zal uw naam verkondigen aan mijn broeders
en uw lof zingen midden in de gemeente;

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Zie, Heer, uw dienaars:
ons geschiede naar uw woord.

Alleluia, alleluia, alleluia !

"Wat is de mens, dat U hem gedenkt, en het mensenkind, dat U voor hem zorgt?". De auteur van de Hebreeënbrief citeert uit Psalm 8 om de gelovigen te herinneren aan Gods buitengewone liefde. Om de mens te redden uit de macht van het kwade en de dood blijft Hij niet toekijken vanuit de hemel, maar zendt Hij zijn eigen Zoon om zich over ons te ontfermen en ons te redden. God is niet ver van ons vandaan, integendeel. Wanneer het lijden ons in zijn greep krijgt, komt Hij ons nabij om onze pijn en ons lijden op zich te nemen. Zijn liefde voor ons is grenzeloos. Hij zond zijn eigen Zoon naar de aarde omdat Hij "vele kinderen de heerlijkheid wilde binnenleiden". De Zoon daalde af in de diepte van de menselijke geschiedenis om alle mensen te verzamelen en hen veilig naar de hemel te brengen, en werd zo "de leidsman van hun redding". Hij is de Zoon van God, maar Hij schaamt zich niet voor ons, voor onze zonde en onze ellende. Integendeel, Hij zegt tot de Vader: "Ik zal uw naam verkondigen aan mijn broeders en uw lof zingen midden in de gemeente". Voor de christenen die leefden in een nachtmerrie van vervolging en lijden was deze aankondiging een grote troost. Laten ook wij deze woorden opnemen, want ze zijn nog steeds een bron van troost voor hen die lijden en verdrukt worden. Jezus is de "hogepriester" voor de gelovigen en voor de hele mensheid. Het is de eerste keer in het Nieuwe Testament dat de titel "hogepriester" voor Jezus wordt gebruikt. Dat distantieert Hem niet van de mensen, integendeel, het openbaart Hem als de ware bemiddelaar die redt. Verenigd met Jezus worden ook wij priesters die aan het altaar van God voorbeden doen opstijgen voor de zieken, de vervolgden en voor de hele mensheid.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.