GEBED IEDERE DAG

FEEST VAN MARIA, MOEDER VAN GOD
Woord van god elke dag

FEEST VAN MARIA, MOEDER VAN GOD

FEEST VAN MARIA, MOEDER VAN GOD
Gebed voor vrede in de wereld en het einde van alle oorlogen.
Lees meer

Libretto DEL GIORNO
FEEST VAN MARIA, MOEDER VAN GOD
Woensdag 1 januari

FEEST VAN MARIA, MOEDER VAN GOD
Gebed voor vrede in de wereld en het einde van alle oorlogen.


Eerste Lezing

Numeri 6,22-27

De Heer sprak tot Mozes: ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen: Als u de Israëlieten zegent, doe het dan met deze woorden: “Moge de Heer u zegenen en behoeden!
Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn!
Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!”
Als zij zo mijn naam over de Israëlieten uitspreken, zal Ik hen zegenen.'

Psalmgezang

Psalm 67 (66)

God, wees ons barmhartig en zegen ons.

God, wees ons barmhartig en zegen ons,
toon ons het licht van uw aanschijn;
Opdat men op aarde uw wegen mag kennen,
in alle landen uw heil.

Laat alle naties van vreugde juichen
omdat Gij de volken rechtvaardig regeert
en alles op aarde bestuurt.

Geef dat de volken U eren, o God,
dat alle volken U eren.
God geve ons zo zijn zegen
dat heel de aarde Hem vreest.

Tweede Lezing

Galaten 4,4-7

Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen die onder de wet stonden vrij te kopen, opdat wij de rang van zonen zouden krijgen. En dit is het bewijs dat u zonen bent: God heeft de geest van zijn Zoon in ons hart gezonden, die roept: Abba, Vader! U bent dus geen slaaf meer, maar zoon; en als u zoon bent, dan ook erfgenaam, door toedoen van God.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Vrees niet, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap:
Heden is u een redder geboren in de stad van David.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Lucas 2,16-21

Haastig gingen ze erheen en vonden Maria en Jozef, en het kind dat in de voerbak lag. Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd. Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na. De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd.
Een week later, toen de tijd gekomen was dat Hij besneden moest worden, kreeg Hij de naam Jezus, die door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Alleluia, Alleluia, Alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

De liturgie nodigt ons uit om naar Maria te kijken om haar te vieren en te vereren als de Moeder van God. Zeven dagen zijn verstreken sinds Kerstmis. En de kerk wil op dit feest dat wij allen onze blik richten op die moeder en dat kind. Natuurlijk treffen we haar niet alleen aan: Maria houdt Jezus in haar armen. De herders, zo schrijft het evangelie, "vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind". Jezus ligt niet meer in de voerbak, maar in de armen van Maria. Het is een van de bekendste en tederste beelden van het mysterie van de incarnatie. In de traditie van de oosterse kerk is de relatie tussen die moeder en die zoon zo sterk dat je nooit een beeld van Maria zonder Jezus vindt; zij bestaat voor die zoon, het is haar taak om Hem voort te brengen en aan de wereld te tonen. Toen die herders bij de grot kwamen, zagen ze een kindje. En "toen ze het zagen" - we zouden kunnen zeggen: nadat ze het kind hadden aanbeden - "maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd". In dit verhaal is heel het leven van de christenen samengevat. In de nacht voordien hadden engelen hun gesproken over het kind, maar nu is het aan Maria om over haar Zoon te spreken. Maria, die "dit alles in haar hart bewaarde", wist heel goed welk mysterie er in dat kind aanwezig was. Het is een mooie, zinvolle traditie dat de kerk zich op de eerste dag van het jaar in gebed verenigt om vrede af te smeken. Het is een manier om de zegening uit het boek Numeri te delen met de hele wereld, met de familie van alle volkeren: "Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!". Het is nodig dat de Heer zijn blik uitstrekt naar de volkeren op aarde. Aan het begin van dit jaar sluiten wij ons aan bij het lied van de engelen in de kerstnacht: "Op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft". Dat is ons gebed bij het aanbreken van dit nieuwe jaar. Moge de Geest van de Heer neerdalen in het hart van de mensen, hun hardheid doen wegsmelten. Moge Hij het hart van onze steden veranderen en haat, onderdrukking en onverschilligheid uit hen verdrijven. Moge Hij het hart van de volkeren in oorlog bekeren, zodat oorlogsstokers ontwapend worden en vredestichters gesterkt. Moge Hij het hart van alle mensen bekeren, zodat zij het aangezicht van de ene God, Vader van allen, herontdekken.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.