1STE ZONDAG VAN DE ADVENT
Gedachtenis van de heilige Broeder Carolus van Jezus (Charles de Foucauld), "universele broeder", vermoord in 1916 in de Algerijnse woestijn, waar hij leefde in gebed en broederlijke verbondenheid met het volk van de Toeareg.
Lees meer
1STE ZONDAG VAN DE ADVENT
Gedachtenis van de heilige Broeder Carolus van Jezus (Charles de Foucauld), "universele broeder", vermoord in 1916 in de Algerijnse woestijn, waar hij leefde in gebed en broederlijke verbondenheid met het volk van de Toeareg.
Eerste Lezing
Jeremia 33,14-16
‘De tijd komt – godsspraak van de Heer – dat Ik de belofte vervul die Ik Israël en Juda gedaan heb. In die dagen, in die tijd schenk Ik David een wettelijke afstammeling die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt. In die dagen wordt Juda gered en is Jeruzalem veilig. En de stad zal heten “De Heer, onze gerechtigheid”.'
Psalmgezang
Psalm 25
Tweede Lezing
1 Tessalonisenzen 3,12-4,2
En moge de Heer uw liefde voor elkaar en voor allen steeds groter maken, even groot als onze liefde voor u. Laat Hij uw hart sterken, zodat u onberispelijk en heilig bent ten overstaan van God onze Vader, bij de komst van onze Heer Jezus met al zijn heiligen. Amen.
En wat de rest betreft, broeders en zusters, vragen en vermanen wij u in naam van de Heer Jezus, dat u de overlevering die u van ons hebt ontvangen omtrent een levenswandel die God welgevallig is, nog trouwer naleeft dan u al doet. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus gegeven hebben.
Evangelie
Alleluia, alleluia, alleluia !
Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Lucas 21,25-28.34-36
Er zullen tekenen zijn aan de zon, de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken in paniek raken, radeloos door het gebulder van de zee en de golven. De mensen zullen het besterven van schrik en spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse machten zullen wankelen. Dan zullen ze de Mensenzoon met veel macht en heerlijkheid zien komen op een wolk. Als dat gaat gebeuren, sta dan op, recht en fier, want uw verlossing is dichtbij.' Zorg ervoor dat u niet versuft raakt door de roes van dronkenschap en door de zorgen van het leven, en dat die dag u niet plotseling overvalt als een klapnet. Want hij zal komen over alle bewoners van heel de aarde. Blijf te allen tijde waakzaam en bid dat u de kracht zult hebben om te ontkomen aan alles wat er gaat gebeuren en rechtop te staan voor de Mensenzoon.'
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Homilie
Jezus' woorden over het einde der tijden zijn ook van toepassing op onze tijd. Het evangelie waarschuwt ons voor de omwentelingen die zullen plaatsvinden "aan de zon, de maan en de sterren" en "op aarde zullen de volken in paniek raken". Het scenario betreft de mensheid en de hele schepping. Het is de angst van volkeren die getekend worden door oorlog en conflicten, het is de angst van miljoenen jongeren en ouderen die getroffen worden door ziekte en honger, het is de angst van zovelen die gedwongen zijn hun land te verlaten zonder iemand te vinden die hen kan opvangen en helpen, het is de angst van zovele ouderen die alleen gelaten worden. En het aantal mensen die "het besterven van schrik" en die zich opsluiten in zichzelf groeit. Het is gemakkelijk om in berusting te vervallen en de hoop op een nieuwe wereld, op een beter leven voor jezelf en anderen, te laten vervliegen.
De Heer heeft de hoop voor de mensen en het veranderen van hun hart niet opgegeven. Het Jubeljaar dat we gaan beleven met de aanstaande opening van de Heilige Deur herinnert ons daar op een bijzondere manier aan. De advent dient zich op dit moeilijke moment in de menselijke geschiedenis weer aan om hoop te geven aan een verloren wereld. De advent is een tijd om onze ogen te openen en ze te richten op de Heer die komt. Jezus die komt, doet verharde harten smelten. Hij bevrijdt het verstand van hen die alleen aan hun eigen welzijn denken. Hij opent de oren van hen die alleen naar hun eigen redeneringen luisteren. Hij opent de ogen van hen die niets anders zien dan hun eigen horizon. En Hij vermaant: "Sta op, recht en fier, want uw verlossing is dichtbij". Het is tijd om op te staan. Jezus vraagt ons om wakker te zijn, maar niet in die dove waakzaamheid van de inwoners van Betlehem die in hun luiheid hun deuren niet openden voor de Heer die op komst was. De evangelist merkt bitter op: "Er was geen plaats voor hen".
Deze adventstijd is ons gegeven om ons te helpen wakker te blijven, onze ogen op te heffen naar de Heer en zijn komst af te smeken. Mogen de adventsdagen een tijd zijn van luisteren en bezinning, van gebed en liefde. Moge het woord van God onze stappen verlichten en ons hart verwarmen. De zegen van de apostel is ook aan ons gericht: "Moge de Heer uw liefde voor elkaar en voor allen steeds groter maken, even groot als onze liefde voor u". Ja, de adventstijd is een tijd van luisteren naar het evangelie en van hernieuwde liefde voor de anderen. Op deze weg zullen we de Heer ontmoeten. En met aandrang bidden we: "Kom, Heer Jezus!".
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.