Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Lucas 21,29-33
Hij vertelde hun een gelijkenis: ‘Kijk naar de vijg of naar een andere boom. Zodra u ze ziet uitbotten weet u vanzelf dat de zomer in aantocht is. Zo moet u ook, als u dit ziet gebeuren, weten dat het koninkrijk van God dichtbij is. Ik verzeker u, deze generatie gaat niet voorbij voordat dit alles gebeurd is. Hemel en aarde zullen voorbijgaan maar mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
Wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
De woorden uit het evangelie volgens Lucas maken deel uit van de laatste perikoop van de eschatologische rede. Op een bepaalde manier verbinden ze ons met de gedachten van Jezus, wiens "laatste dagen" naderen. Hij is zich daarvan bewust en bereidt zich voor om ze te beleven om de wil van de Vader in vervulling te laten gaan. En Hij waarschuwt zijn leerlingen, zodat ook zij zich bewust zijn van de tijden die ze tegemoet gaan. In de complexiteit van onze wereld, die verscheurd wordt door conflicten, oorlogen, onrecht, ziekte, honger en zoveel andere tragedies, waarschuwt Jezus ook ons om ons niet te laten meeslepen door angst of ons terug te trekken in onszelf, want zo geven we ons over aan de macht van het kwaad. Jezus is gekomen om ons van elke slavernij te bevrijden, ook van de berusting in het kwade. Door de komst van Jezus is de nieuwe tijd van redding aangebroken. Jezus is de zonsopgang van een nieuwe wereld: zijn leven, zijn liefde, zijn wonderen en zijn verrijzenis zijn de zaadjes die de nieuwe lente in de geschiedenis van de mens inluiden. "Hij vertelde hun een gelijkenis: 'Kijk naar de vijg of naar een andere boom. Zodra u ze ziet uitbotten weet u vanzelf dat de zomer in aantocht is. Zo moet u ook, als u dit ziet gebeuren, weten dat het koninkrijk van God dichtbij is'". Als we het evangelie lezen en nadenken over Jezus' werken weten we dat een nieuwe wereld al begonnen is, de wereld van Jezus. Als we kijken naar de vele tekenen van liefde, al zijn ze misschien maar zo klein als een zaadje, dan zien we dat die nieuwe toekomst daar al in aanwezig en werkzaam is die Jezus doet groeien. Jezus heeft Gods toekomst naar de wereld gebracht. Waar de liefde ontkiemt, waar er vergiffenis is, waar medelijden groeit, waar gedialogeerd wordt en waar vrede komt wonen, daar zijn de zaadjes van het rijk Gods ontkiemd. Omdat we dat zien, zijn ook wij geroepen om ook in ons eigen hart en ons eigen leven de tekenen van liefde te laten ontkiemen.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.