Gedachtenis aan de heilige Martin van Tours (397), bisschop in Frankrijk, die zich bekeerde door zijn mantel met een arme te delen. Hij werd vader van de monniken en de armen. Wapenstilstand. Herdenking van het einde van de Eerste Wereld?oorlog. Gebed voor vrede. Lees meer
Gedachtenis aan de heilige Martin van Tours (397), bisschop in Frankrijk, die zich bekeerde door zijn mantel met een arme te delen. Hij werd vader van de monniken en de armen. Wapenstilstand. Herdenking van het einde van de Eerste Wereld?oorlog. Gebed voor vrede.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Lucas 17,1-6
Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val komen, maar wee degene die dat veroorzaakt. Hij kan beter met een molensteen om zijn nek in zee gegooid worden dan dat hij een van deze kleinen ten val brengt. Kijk goed uit! Als je broeder zondigt, wijs hem dan terecht, en als hij zich bekeert, vergeef hem dan. Als hij zevenmaal op een dag tegen je zou zondigen en zevenmaal tegen je komt zeggen: “Ik heb er spijt van”, dan moet je hem vergeven.' De apostelen zeiden tegen de Heer: ‘Versterk ons vertrouwen.' De Heer zei: ‘Al heb je maar een vertrouwen als een mosterdzaadje, als je tegen die moerbeiboom daar zegt: “Kom met wortel en al uit de grond en verplant je naar zee”, dan zou hij je gehoorzamen.
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Jezus zegt aan zijn leerlingen: "Kijk goed uit!". Goed uitkijken, op jezelf letten, op je gedrag, op je trouw aan het evangelie, is een primaire taak voor elke leerling en in het bijzonder voor hen die pastorale verantwoordelijkheid dragen. Jezus voegt eraan toe dat ook de wil om te vergeven deel uitmaakt van de spirituele wijsheid. Overigens kent ieder van ons zijn eigen zwakte en weet hij hoe gemakkelijk hij in zonde vervalt. Juist daarom geeft Jezus ons de kracht om te vergeven, en dat is geen spontane keuze. Sterker nog, vergeving is tegen?woordig zeldzaam geworden en wraak heeft helaas veel meer ruimte gekregen. Er is dringend nood aan barmhartigheid en vergeving om het gemak waarmee met de zonde wordt ingestemd te overstemmen. "Zeventig maal zeven maal vergeven", zoals Jezus vraagt, betekent dat je altijd moet vergeven. En dus niet meegaand zijn met de zonde. Jezus vraagt altijd berouw over onze zonden en de verandering van ons leven die daaruit voortvloeit. Wij moeten permanent bereid zijn om barmhartig te zijn. Barmhartigheid is een teken van Gods aanwezigheid onder de mensen. Op dit punt begrijpen de leerlingen dat barmhartigheid niet uit henzelf voortkomt, ze begrijpen dat ook in hen het instinct om te blijven steken in haat of minstens in onverschilligheid sterk is. Daarom vragen zij de Heer: "Versterk ons vertrouwen". Waarschijnlijk ook tot onze verbazing antwoordt Jezus dat zelfs een klein beetje geloof, zo klein als een mosterdzaadje, volstaat. Dit kleine vertrouwen in God is in staat om wonderen te doen.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.