GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de armen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de armen
Maandag 16 september


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Lucas 7,1-10

Toen Hij ten aanhoren van het volk dit alles had gezegd, ging Hij Kafarnaüm binnen. Een centurio daar had een slaaf die veel voor hem betekende; deze was ziek geworden en lag op sterven. Toen hij over Jezus hoorde, zond hij Joodse oudsten naar Hem toe met het verzoek zijn slaaf te komen genezen. Bij Jezus gekomen deden zij een klemmend beroep op Hem. ‘Hij verdient het dat U hem deze gunst bewijst,' zeiden ze, ‘want hij houdt van ons volk. De synagoge hier heeft hij voor ons laten bouwen.' Jezus ging met hen mee. Toen Hij niet ver meer van het huis vandaan was, stuurde de centurio vrienden met de boodschap: ‘Heer, doe geen moeite. Ik ben niet waard dat U onder mijn dak komt. Daarom vond ik me ook te min om zelf naar U toe te komen. Maar zeg een enkel woord, dan zal mijn jongen beter worden. Want ik ben iemand die onder bevel staat, en soldaten onder zich heeft. Tegen de een zeg ik: “Ga!” en hij gaat, en tegen de ander: “Kom!” en hij komt, en tegen mijn slaaf: “Doe dit!” en hij doet het.' Jezus verbaasde zich over hem toen Hij dit hoorde. Hij wendde zich tot de mensen die Hem volgden en zei: ‘Ik verzeker u, zo'n groot vertrouwen heb Ik zelfs in Israël niet aangetroffen.' Daarop keerden de boodschappers terug naar het huis en troffen daar de slaaf gezond aan.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jezus komt Kafarnaüm binnen. Hier woont een Romeinse centurio, een heiden die, hoewel hij de vertegenwoordiger van de onderdrukker is, "houdt van ons volk" en een synagoge voor de joden heeft laten bouwen. Hij is bezorgd over de ernstige ziekte die een van zijn dienaren heeft getroffen. Hij weet heel goed dat hij als heiden die Meester niet zomaar kan benaderen. Drie houdingen komen naar voren in deze Romeinse centurio: ten eerste zijn liefde voor zijn knecht - hij behandelt hem als een zoon - ten tweede zijn grenzeloos vertrouwen in de jonge profeet van Nazaret en ten slotte zijn gevoel van onwaardigheid die hij voelt tegenover Jezus, zozeer dat hij zichzelf te min vindt om naar Hem toe te gaan. Als Jezus in de buurt van zijn huis komt, stuurt de centurio vrienden naar Hem uit met de boodschap dat Jezus "geen moeite moet doen". Door zijn geloof spreekt hij de woorden die alle christenen vandaag nog herhalen tijdens de eucharistieviering: "Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek slechts één woord en ik zal gezond zijn". Deze heidense centurio wordt het beeld van de ware gelovige, van degene die zijn eigen onwaardigheid erkent en gelooft in de kracht van het woord van Jezus: één woord is genoeg om te redden en gered te worden. De woorden die uit Jezus' mond komen, zijn vol van Gods kracht en van zijn liefde. Als Jezus de woorden hoort die Hem worden overgebracht, bewondert Hij de centurio, wendt zich tot de menigte die Hem volgt en zegt over hem: "Ik verzeker u, zo'n groot vertrouwen heb Ik zelfs in Israël niet aangetroffen".

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.