GEBED IEDERE DAG

Gebed op de vigilie
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed op de vigilie
Zaterdag 15 juni


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Iedereen die leeft en in Mij gelooft
zal in eeuwigheid niet sterven.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 5,33-37

Verder hebben jullie gehoord dat tot de ouden gezegd is: U zult uw eed niet breken, maar u houden aan uw eed voor de Heer. Maar Ik zeg jullie helemaal niet te zweren. Niet bij de hemel, omdat die de troon van God is. Niet bij de aarde, omdat die zijn voetbank is. Niet bij Jeruzalem, omdat dat de stad is van de grote koning. Zweer ook niet bij je eigen hoofd, omdat je niet één haar wit of zwart kunt maken. Maar je ja zij ja en je nee zij nee. Wat daar nog bij komt, is uit den boze.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als je gelooft,
zal je Gods heerlijkheid zien, zo spreekt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Hoe nodig is het dat het vertrouwen tussen mensen hersteld wordt, om zo het wantrouwen uit te bannen dat eden doet zweren. Vandaag de dag verdampt het wederzijds vertrouwen vaak jammer genoeg omdat woorden misbruikt worden en er weinig waarde aan wordt toegekend. Jezus roept op tot nederigheid, die het fundament is van de onderlinge relaties. En nederigheid gaat gepaard met waarachtigheid en openhartigheid. Met enige humor raadt Jezus aan: "Ik zeg jullie helemaal niet te zweren", want we kunnen niet eens "één haar wit of zwart maken". Jezus benadrukt dat God ons geschapen heeft en ons het woord heeft gegeven om gemeenschap te vormen. Daarom zegt Hij: "Je ja zij ja en je nee zij nee. Wat daar nog bij komt, is uit den boze". Onze woorden hebben gewicht; ze mogen daarom niet ijdel of dubbelzinnig zijn. Door woorden wordt het hart zichtbaar, ook voor God zelf. Het kwaad probeert zijn macht uit te breiden door woorden te bederven. De leerling van Jezus moet leren "ja" zeggen aan het leven dat uit het evangelie voortkomt en tegelijk moet hij beslist "nee" zeggen tegen alles wat leidt tot kwaad voor zichzelf en anderen. Het is ook belangrijk om "nee" te kunnen zeggen, en je zo een discipline van het hart op te leggen. De gelovigen worden uitgenodigd om "ja" te zeggen tegen de Heer, maar ook om "nee" te zeggen tegen verleidingen en voorstellen die goed lijken, maar die de broederlijkheid uiteen doen vallen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.