GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de armen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de armen
Maandag 10 juni


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Matteüs 5,1-12

Bij het zien van deze menigte ging Hij de berg op, en toen Hij was gaan zitten, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen met deze toespraak: ‘Gelukkig die arm van geest zijn, want hun behoort het koninkrijk der hemelen. Gelukkig die verdriet hebben, want zij zullen getroost worden. Gelukkig die zachtmoedig zijn, want zij zullen het land erven. Gelukkig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig die barmhartig zijn, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig die vervolgd worden vanwege de gerechtigheid, want hun behoort het koninkrijk der hemelen. Gelukkig zijn jullie, als ze jullie uitschelden en vervolgen en je van allerlei kwaad betichten vanwege Mij. Wees blij en juich, want in de hemel wacht jullie een rijke beloning. Zo hebben ze immers de profeten vóór jullie vervolgd.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De liturgie van de kerk opent vandaag het evangelie volgens Matteüs. En het begint met de zaligsprekingen, die de bekende Bergrede openen. Jezus wil de menigte de weg van zaligheid, van geluk wijzen. Dat is zijn weg en zeker niet de weg van de farizeeën en van een religiositeit die uit wetten bestaat, maar geen hart heeft. De psalmen hebben de gelovigen van Israël al vertrouwd gemaakt met de ware betekenis van zaligheid: "Gelukkig is de man die zijn vertrouwen in de Heer heeft gesteld", "gelukkig degene die zorgt voor de zwakke", "gelukkig wie in U vertrouwen". Jezus, die op deze lijn voortgaat, zegt dat de armen van geest gelukkig zijn, dat wil zeggen de nederigen, degenen die op God vertrouwen en niet op rijkdom. Gelukkig zijn ook de barmhartigen, de treurenden, de zachtmoedigen, zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, de zuiveren van hart, de vervolgden vanwege de gerechtigheid en zij die worden uitgescholden en vervolgd vanwege zijn naam. Wanneer we deze woorden nu horen, lijken ze ver van ons verwijderd, onwerkelijk. We erkennen hun schoonheid, maar het is onmogelijk om ze in praktijk te brengen. Voor Jezus is dit niet het geval. Hij wil voor ons echt, volkomen en blijvend geluk. Wij willen alleen maar een beetje beter leven, een beetje comfortabeler. Juist dit verschil met de cultuur van de meerderheid maakt de zaligsprekingen tot een waar evangelie, echt goed nieuws. Ze rukken ons los uit een banaal leven en zetten ons op weg naar een leven vol betekenis, naar een diepe vreugde die groter is dan we ons kunnen voorstellen. De zaligsprekingen zijn niet te hoog gegrepen, niet voor ons en niet voor de menigte die ze toen het eerst hoorde. De zaligsprekingen hebben een menselijk gezicht: het gezicht van Jezus. Hij is de mens van de zaligsprekingen: de arme, de zachtmoedige, de dorstende naar gerechtigheid, de barmhartige, de vervolgde en de terdoodveroordeelde. Laten we naar Hem kijken en Hem volgen, dan zullen ook wij gelukkig zijn.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.