HOMILIEËN

"In het gebed geven we de Heer geen rust totdat er vrede is in Oekraïne." De overdenking van Andrea Riccardi tijdens het gebed twee jaar na het begin van de oorlog in Oekraïne

Jesaja 62:1-7
Omwille van Sion zal ik niet zwijgen,
omwille van Jeruzalem ben ik niet stil,
totdat het licht van haar gerechtigheid daagt
en de fakkel van haar redding brandt.
2. Alle volken zullen je gerechtigheid zien,
alle koningen je majesteit.
Men zal je noemen bij een nieuwe naam,
die de Heer zelf heeft bepaald.
3. Je zult een schitterende kroon zijn
in de hand van de Heer,
een koninklijke tulband
in de hand van je God.
4. Men noemt je niet langer Verlatene,
en je land niet langer Troosteloos oord,
maar je zult heten Mijn verlangen
en je land Mijn bruid.
Want de Heer verlangt naar jou
en je land wordt ten huwelijk genomen.
5. Zoals een jongeman een meisje tot vrouw neemt,
zo zullen jouw zonen jou ten huwelijk nemen,
en zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid,
zo zal je God zich over jou verheugen.
6. Jeruzalem, ik heb wachters op je muren gezet
die nooit zullen zwijgen, dag noch nacht.
Jullie die een beroep doen op de Heer,
gun jezelf geen rust
7. en gun hem evenmin rust,
totdat hij Jeruzalem weer heeft gegrondvest
en haar roem op aarde heeft bevestigd.


Beste broers en zussen,
We zijn hier vanavond met velen, en het was nodig weer te luisteren naar het Woord van God, want de horizon is donker. We zijn bijna vergeten dat alle volken voorbestemd zijn voor vrede, vooral het oekraïnse volk, dat al twee jaar, sinds het begin van de Russische invasie, geen dag van vrede heeft gekend.
En ik groet de vele Oekraïners hier en degenen die nu online met ons verbonden zijn. Ik doe dat met diepe genegenheid, met een diepe geest van deelname aan een drama dat twee jaar heeft geduurd. We moeten inderdaad terugkeren naar de visioenen van de profeet Jesaja, naar de visioenen van de Bijbel, om onze blik te verruimen naar vrede. Vrede waar alle volken voor bestemd zijn, zelfs Oekraïne, vooral Oekraïne.
Het Woord van God is een lamp in het donker, dat een vredeslicht aansteekt, want vandaag de dag lijkt vrede een herinnering te zijn. Het is zo in het drama van de bombardementen, in het drama van de gevechten, maar het is ook zo in de mentaliteit en cultuur van te veel mensen, soms politieke besluitvormers of opiniemakers, mensen die ervan zijn uitgegaan dat de oorlog nog wel even zal duren, of zelfs dat de oorlog zich kan uitbreiden en wereldwijd kan worden.
Dit is geen gebrek aan realisme van mijn kant, maar een observatie dat de verwachting van vrede in de gedachten van te veel mensen dramatisch is gedoofd. Het is echter niet gedoofd in de verwachtingen van hen die lijden; zij die lijden wachten op vrede. Ik denk aan al diegenen die geliefden hebben verloren in Oekraïne onder de bombardementen, ik denk aan alle soldaten aan het front, hun moeders, vrouwen, kinderen, vrienden die voor hen vrezen.
Ik zag de vele doden op Oekraïense begraafplaatsen, jonge levens kapotgemaakt. En in Oekraïne zie je veel verminkte mensen, zoals we die in Europa niet meer zagen. En ik denk aan hen in de jaren en de decennia na de Tweede Wereldoorlog.
Ik denk ook aan degenen die Oekraïne verlieten voor het buitenland. Ik weet hoe groot de behoefte aan humanitaire hulp in Oekraïne is, vanwege het harde leven van zoveel gezinnen.

Nee, de verwachting van vrede in het licht van de profetie is niet uitgedoofd: ‘niemand zal u nog verlaten noemen, uw land zal niet langer verwoest worden’. Deze woorden zijn, zoals we weten, door de profeet gericht aan Jeruzalem, maar we horen ze gericht aan Oekraïne, we horen ze gericht aan Kiev, Kiev, dat in oude tijden werd gebouwd als een nieuw Jeruzalem, met zijn kerken, zijn gouden koepels, zijn kloosters, zijn herinnering aan heiligheid en verdriet.
We hebben de vrede voor Oekraïne en Kiev niet opgegeven. Daarom bidden we en moeten we elke dag bidden voor vrede, voor het einde van de oorlog, voor het herstel van een veilig, rechtvaardig en vreedzaam leven.

En zo hebben we het woord van de profeet aanvaard: ‘Omwille van Jeruzalem zal ik niet rusten, totdat haar gerechtigheid opgaat als een ster’. En welke grotere gerechtigheid is er dan vrede! We kunnen niet rusten, we kunnen onszelf geen vrede geven totdat er vrede is voor Oekraïne. Maar ons woord wordt niet gehoord en daarom wenden we ons tot de Heer: ‘U die de beloften aan de Heer gedenkt, neemt nooit rust en geeft hem geen rust, totdat hij Jeruzalem heeft hersteld en tot de lof van de aarde heeft gemaakt’. Met gebed, laten we de Heer geen rust geven voordat er vrede is in Oekraïne. Met aanhoudend gebed, dat deze Russisch-Oekraïense oorlog zal eindigen en snel zal eindigen. Dat Kiev en heel Oekraïne hersteld worden. En ik moet zeggen dat gebed ook ons protest is tegen de oorlog, protest bij God, protest bij de machthebbers, protest bij de mensen.
Een mysticus van het Jodendom, Rabbi Nachman van Breslav, die begraven ligt in Uman, Oekraïne, een stad die onlangs gebombardeerd werd en waarvan de grote Joodse gemeenschap na 1941 werd uitgemoord, Rabbi Nachman zei: Onthoud dat de kern van je gebeden ligt in het vertrouwen dat ze verhoord zullen worden. We hebben geloof en de Heer hoort ons. Wij geloven dat onze gebeden worden verhoord.
En Rabbi Nachman voegde eraan toe: Jij neemt het veld, jij verslaat God! God wil dat we overwinnen, Hij wil dat we onophoudelijk blijven bidden, totdat we Hem dwingen.

Ja, beste broers en zussen, laten we onophoudelijk tot God bidden, totdat we hem dwingen ons vrede te geven. En Jezus leerde: ‘Zal God geen recht doen aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen en hen lang laten wachten? Ik zeg jullie dat hij hun onmiddellijk recht zal doen. Maar zal de zoon des mensen, wanneer hij komt, geloof vinden op aarde?’
De schreeuw is het gebed van hen die geen gehoor vinden; de schreeuw is ook de klaagzang van miljoenen die lijden onder deze ellendige en zinloze oorlog die Oekraïne, Rusland en Europa gevangen houdt op een weg zonder einde.

Vrienden, vanavond zijn wij de schildwachten, wij zijn de schildwachten op de muren van de Oekraïense steden, wij zijn de schildwachten aan de grens van Oekraïne, de hele dag en de hele nacht zullen zij nooit zwijgen. Ons pleidooi voor vrede zal niet zwijgen, ze zullen niet zwijgen in hun oproep om wegen van dialoog te openen, ze zullen niet zwijgen in hun oproep aan iedereen om de Oekraïners te helpen in deze tijd van grote nood. Want velen keren zich af en vergeten de nood van de ouderen, kinderen en zieken die door dit ongeluk zijn overmand.
Wij zijn voorbidders. Voorbede betekent letterlijk 'ons in het midden plaatsen', vandaag in het midden van hen die vechten, vandaag in het midden van de Vader en het verdriet van de wereld, en zeggen: Genoeg van deze nutteloze oorlog, genoeg van deze oorlog die een volk verteert! Geen oorlog meer! In plaats daarvan moeten we snel, ook al kost het moeite en moed, de weg naar vrede vinden.

Moge de Geest van de Heer, die de geest van vrede is, de oorlogszuchtige passie, de dwaze logica van haat tot bedaren brengen en de heersers, zoals de Bijbel zegt, naar de paden van vrede en gerechtigheid leiden. Vrede zij met Oekraïne, vrede zij met Oekraïne! Amen.