Respect voor de jongsten heeft steeds onze band met hen gekarakteriseerd. Ook wanneer het ging om kinderen die als moeilijk beschouwd werden, buitengesloten werden op school, vaak geminacht omdat ze niet in staat waren zich goed uit te drukken, heeft de Gemeenschap in hen altijd de mogelijkheid gezien van een leven dat nog moet groeien en dat het vertrouwen van anderen nodig heeft.
We wilden, en dat doen we nog steeds, aan de kant van kinderen en jongeren staan, om hen te beschermen en hen te helpen opgroeien. Niet als meesters of als 'hulpverleners', maar als grotere broers en zussen, met aandacht voor hun leven en zoekend naar manieren om de mechanismen van sociale uitsluiting te overwinnen, om te beginnen op school.
We voelden een nieuwe verantwoordelijkheid, om zorg voor hen te dragen en een sterke familieband te beleven, om hen te helpen vreedzaam op te groeien, maar ook om hun families te steunen.
De aandacht aan de individuele noden van elk van hen is kenmerkend voor onze aanpak: elke ondersteunende activiteit, elk initiatief is bedacht met betrekking tot ieders behoefte. Iedereen is immers verschillend, en met ieders mogelijkheden, capaciteiten en moeilijkheden wordt uitdrukkelijk rekening gehouden. In de scholen van vrede zijn geïndividualiseerde programma's voor terugkeer naar school, en de manier om hen te ondersteunen wordt gebaseerd op de behoeften van individuele kinderen.
Feesten en spelen zijn essentiële momenten voor de Scholen van Vrede. Het zijn gelegenheden om te leren samen met anderen te zijn en veel te leren op een veilige en vrolijke manier.
De culturele kloof waarmee de meest achtergestelde kinderen op school worden geconfronteerd, bewoog ons er toe ons in te zetten om die kloof te overbruggen, zodat we konden voorkomen dat de school hen uitsloot en om hen de mogelijkheid te bieden om te leren en hun school af te maken.
Maar al is de hulp bij schoolwerk ontegenzeggellijk het beginpunt van onze dienst, we voelen bovenal de verantwoordelijkheid om de kinderen en jongeren te blijven begeleiden bij het opgroeien in elk aspect van hun leven, zeker als de familie daar om vraagt of het zelf niet kan.
We mogen niet ophouden deze kleinsten te leren om tegenover de grote buitenwereld te leven met een houding van concrete solidariteit. Het zijn deze kleinen die ondanks hun kennelijke culturele achterstand enthousiast zijn om zich cultureel en menselijk te openen.