"Een diepe vreugde die gedeeld wordt." Groet van Marco Impagliazzo ter gelegenheid van de 53ste verjaardag van de Gemeenschap van Sant’Egidio

Goedenavond.
Door de regels die de pandemie ons oplegt heeft het feest van vandaag een eenvoudiger karakter dan we gewend zijn de laatste jaren. Maar daarom heeft het niet minder waarde of diepgang. In tegendeel, want we zijn verzameld in de basiliek van Santa Maria in Trastevere, die Johannes Paulus II ons toevertrouwde. Deze kerk is de mooie zaal van de Gemeenschap, zoals we ze reeds vaker noemden, waarnaar alle Gemeenschappen in de wereld kijken als het kloppend hart van het gemeenschappelijk gebed. Het is tevens de mooie zaal van de kerstmaaltijd met de armen, die hier ontstaan is en inmiddels over de hele wereld verspreid is geraakt.

Plaats dus van gebed en van ontmoeting met de armen. Dat kardinaal Matteo deze liturgie voorgaat, maakt onze vreugde nog groter. Wij beschouwen hem allen als een broer die de Heer geroepen heeft om deel uit te maken van het college van kardinalen dat de paus bijstaat in zijn zending. Hij zei ons afgelopen 1 september: "Alles wat ik aan liefde heb, heb ik van de Gemeenschap ontvangen, en wij zijn allen titularis van dit huis dat ons verbindt met de bisschop van Rome en de kerk die hij leidt." En ik citeer Matteo verder: "Laten wij de gemeenschap dankbaar zijn omdat ze ons leven veranderd heeft en dat na al die jaren blijft doen. In het kleine zaadje van het begin was al een grote boom verscholen die Andrea al zag toen dat nog onmogelijk leek, omdat hij geloofde dat het woord werkzaam is. Wij danken hem uit heel ons hart."
Deze woorden benadrukken het belang van dit feest. Uit heel ons hart bedankt, Andrea, omdat je de Gemeenschap en de weg van ieder van ons dagelijks inspireert. Omdat je ons nabij en met elkaar verbonden doet voelen zonder enige geografische, culturele, nationale of etnische afstand. Eén enkel volk en één enkele roeping. Eén enkel hart en één enkele ziel.

Dierbare vrienden, vandaag voelen we een diepe vreugde die gedeeld wordt. Niemand voelt zich perifeer of klein. Iedereen ontvangt deze groet en de hartelijkste gelukwensen, waar hij zich ook bevindt. Onze gedachten gaan in het bijzonder uit naar allen die ons dit jaar hebben verlaten. We hebben beter begrepen hoe waardevol het leven van ieder is. Een bijzonder genegen groet aan alle zieken. Wij zijn jullie nabij en we houden van jullie.
De Heer heeft ons lief en Hij overstelpt ons met zijn gaven. Ik zou er daar drie van willen aanstippen.
Het woord van God heeft het afgelopen jaar krachtiger weerklonken, ook vanop afstand, en heeft ons geleerd om deze tijd van pandemie met wijsheid en nabijheid te beleven. De Heer heeft zijn woord tot ons gericht en Hij heeft ons niet alleen gelaten met onze angst. Hij heeft ons nogmaals opgeroepen om de straten van de wereld op te gaan.

De armen, onze tochtgenoten en onze meesters, hebben onze schamele menselijkheid verrijkt. Met hen hebben we wegen van bevrijding en van nieuw leven zien opengaan tussen wie dient en wie gediend wordt.
Aan vriendschap is er in onze gemeenschap nooit gebrek, want de Heer heeft gezegd: "Ik noem jullie geen dienaars, maar vrienden." Die woorden krijgen dagelijks opnieuw betekenis; daarover kan ieder van ons getuigen. De overwinning, zei ooit een wijze bisschop uit het oosten, ligt in de vriendschap. Het kwade dient zich elke dag opnieuw op nieuwe manieren aan, en niet het minst in de pandemie. Als we het willen blijven overwinnen, moeten we investeren in de vriendschap. Allen samen. Want zoals paus Franciscus het zei: niemand redt zichzelf alleen, maar we zullen ons alleen maar samen redden.