Voor zijn vertrek naar Irak heeft paus Franciscus deze ochtend enkele Irakese vluchtelingen begroet. Onder hen een gezin van Armeense christenen die in Rome zijn aangekomen met de humanitaire corridors van de Gemeenschap van Sant'Egidio.
Het gezin van vier – de ouders en twee kinderen – komt uit Bagdad, waar de vader een werkplaats runde totdat hij, vanwege het geweld en de dreigementen van IS, de zaak moest sluiten en met zijn vrouw en kinderen zijn toevlucht moest zoeken in Libanon. Hier ontmoetten zij de Gemeenschap van Sant'Egidio en in maart 2017 kwamen zij in Italië aan met de humanitaire corridors. Vandaag zijn ze volledig geïntegreerd in Italië. De vader heeft een nieuwe werkplaats geopend en de twee kinderen zijn afgestudeerd aan de middelbare school. "We zijn blij dat we in Italië wonen dankzij de humanitaire corridors," zeiden ze tegen de paus.
Daniela Pompei toonde de paus de stola die toebehoorde aan Ragheed Ganni, een jonge Chaldeeuwse priester die in 2007 samen met drie diakens als martelaar stierf in de parochie van de Heilige Geest in Mosul. Ragheed nam tijdens zijn studiejaren in Rome deel aan de dienst aan de daklozen van de Gemeenschap. Zijn stola wordt bewaard in de basiliek van St.-Bartolomeus op het eiland in de Tiber. Paus Franciscus droeg hem toen hij daar op 22 april 2017 het Gebed voor de Martelaren met de Gemeenschap voorging.
Op de foto's:
De paus met de Iraakse familie en Daniela Pompei,
een selfie met de jonge Aram, de paus met de stola van de martelaar don Ganni in St.-Bartolomeus op het eiland in de Tiber in 2017