Met een kruis gemaakt van het hout van voor de kust van Lesbos gezonken boten trok een delegatie van de Gemeenschap van Sant'Egidio naar de plaats waar de reddingsvesten en rubberboten die gebruikt zijn voor de reis naar Europa, worden achtergelaten. De schamele persoonlijke bezittingen - windjacks, zuigflessen, radio's - zijn veelzeggend voor het onrecht en het lijden. Deze non-plaats heeft niet eens een naam en wordt meestal aangeduid met "Lifejacket Graveyard": een duidelijk symbool van het gesloten Europa en van de "afvalcultuur" waarover paus Franciscus spreekt.
Dertig vrijwilligers uit Italië, Polen, Spanje en Hongarije die dezer dagen op het Griekse eiland zijn, begeven zich er samen met een aantal vluchtelingen uit Afghanistan, Syrië en verschillende Afrikaanse landen, die dat korte en gevaarlijke stuk zee tussen Griekenland en Turkije maar al te goed kennen: daar verloren hun zussen, broers en vrienden het leven.
Na het gebed van het kruis en de aanroeping tot Maria ter bescherming van het leven van alle migranten werd er een boeket bloemen neergelegd ter nagedachtenis aan de slachtoffers.