Het prachtige eiland Samos in het noordelijke deel van de Egeïsche Zee wordt van Turkije gescheiden door de Straat van Mykali, slechts een kilometer en 200 meter breed. Over deze straat koomen sinds het begin van de zomer weer boten aan op het eiland, met vluchtelingen uit Syrië, Jemen, Irak en Sub-Sahara Afrika (Kameroen, Congo, Togo, Nigeria, Ghana, Somalië) en zelfs de 'Bidoen', de staatlozen uit Koeweit. In de periferie van de belangrijkste stad, Vathi, is er een hotspot. Het vluchtelingenkamp herbergt momenteel zo'n 4000 mensen in een gebied dat aanvankelijk voorzien was voor 600 personen. Het is omringd door prikkeldraad en wordt beheerd door de Griekse regering.
Sinds 20 juli zijn hier, net als op Lesbos, groepen van Sant'Egidio 'aangemeerd' om hun vakantietijd met de vluchtelingen door te brengen.
Op Samos zijn, net als op de andere Griekse eilanden, na het immigratieakkoord van 2016 tussen Europa en Turkije vluchtelingenkampen opgezet om te identificeren wie geen recht heeft op internationale bescherming en diegenen te repatriëren. Omdat het relocatieprogramma naar andere landen van de Europese Unie werd onderbroken, barsten de kampen uit hun voegen. Vluchtelingen leven er in afwachting van hun interview om asiel aan te vragen, of van de 'blauwe kaart', het document waarmee ze naar Athene kunnen reizen. 60% van de vluchtelingen op Samos komen uit Afghanistan, van hen is ongeveer eenderde minderjarig, onder wie ook minderjarigen zonder begeleider.
Naast het officiële kamp is wegens ruimtegebrek de 'jungle' ontstaan. Het is een gebeid van dicht opeengepakte geïmproviseerde tenten en dekzeilen ter beschutting. Er wonen minstens 2000 vluchtelingen in het mediterrane struiktewas, zonder water, licht en toiletten, en blootgesteld aan het weer, slangen en insecten. Ook in het officiële kamp is er slechts één douche die volledig functioneert.
Het eerste dat opvalt is het contrast tussen de pracht van het eiland, dat herinnert aan Epicurus en Pythagoras, en de omstandigheden in het kamp. De vluchtelingen ontvangen anderhalve liter water per dag. Mensen kunnen er vijf uur in de rij staan voor het eten. Daarom was het eerste initiatief van Sant'Egidio het uitdelen van bonnen voor het verkrijgen van drinkwater en een doos met basale voedingsmiddelen.
Het nieuws verspreidde zich snel, en tot nu toe kwamen zo'n 1500 mensen naar het 'restaurant' van de Gemeenschap, in de smalle steeg van de katholieke kerk bijgenaamd de 'steeg van de vriendschap' die nu beroemd is over het hele eiland. Vele verdrietige verhalen over de oorlog, de moeilijke en gevaarlijke reis en schipbreuken tekenen het leven van de vrouwen, mannen en talloze kinderen. Na het eten wordt er telkens feest gevierd en het dansen verenigt Aziaten, Afrikanen en Europeanen. Aan het eind van de maaltijd zei een jongen: "Ik ben hier 5 maanden en voor de eerste keer ben ik gelukkig."
De zondagsliturgie met de Afrikaanse gemeenschap heeft nieuw leven en nieuwe energie geegeven aan de prachtige katholieke kerk van Vathy.
Het is tekenend dat dezelfde vluchtelingen begonnen zijn om samen met de vrijwilligers van Sant'Egidio te helpen om eten, drinkwater en andere hulp uit te delen. Een van hen, die deze dagen zijn 'blauwe kaart' ontving, besloot zijn reis naar Athene uit te stellen tot eind van deze maand, wanneer de 'missie' zal eindigen.
Om het leven van de vluchtelingen nabij te zijn, wilden we de verschrikkelijke omstandigheden van het kamp ook leefbaarder maken. Met een team Afrikaanse vrienden is een deel van het informele kamp schoongemaakt, waar het officiële kamp geen diensten verleend. Op één ochtend werden er meer dan 100 zakken afval verzameld.
Met ontmoetingen, bezoekjes en enkele uitstapjes naar de zee gaat de zomer van Sant'Egidio door. Op Samos is de Gemeenschap inmiddels bekend: op de straten van het eiland beginnen kinderen en volwassenen, wanneer ze ons ontmoeten, liederen van Sant'Egidio te zingen met de bijbehorende gebaren.