Lesbos en Samos zijn niet alleen twee prachtige Griekse eilanden. Ze zijn ook het punt waar duizenden vluchtelingen aankomen – vooral uit Syrië en Afghanistan, maar ook uit Kameroen en Congo - na een lange moeilijke reis, in de hoop om Europa te bereiken. Het Europese vasteland ligt recht voor hen, aan de overkant van de zee. Ze kunnen het goed zien, maar het is onbereikbaar. De vluchtelingen blijven eindeloos op het eiland, in extreem moeilijke en zware omstandigheden.
Lesbos heeft bijna 90.000 inwoners en is qua oppervlak het derde grootste Griekse eiland. Er is een formeel vluchtelingenkamp, Moria, voor ongeveer 3.100 mensen. Direct ernaast is een ander, informeel kamp waar meer dan 4.000 mensen verblijven. Ongeveer een derde van hen zijn kinderen en adolescenten. Bijna iedere dag komen er ergens op het eiland nieuwe mensen aan, en het aantal neemt dag na dag toe. Om er te komen, moet je een heuvel met olijfbomen op, ver van de hoofdweg waar het eilandverkeer langs gaat. Wanneer je er aankomt, zie je direct het enorme tentenkamp dat begrensd wordt door prikkeldraad.
Moria is een punt voor de eerste ontvangst en identificatie en zou de poort naar een nieuw leven moeten zijn. Migranten zouden er binnen 48 of maximaal 72 uur geïdentificeerd moeten worden en dan moeten worden opgevangen in een opvangcentrum. Maar in werkelijkheid blijven ze er ontzettend lang, sommigen zelfs al twee jaar. Wat direct opvalt wanneer je het kamp binnengaat, is de absolute armoede. Wanneer je een tent binnengaat, word je meteen getroffen door de warmte. Er zijn alleen chemische toiletten, vuilnisbakken zitten overvol. Kinderen spelen op de grond en zitten onder het stof. Er zijn gemeenschappelijke kranen om je te wassen. Bijna iedereen draagt verstelde kleding.
In het 'informele' kamp is de situatie nog erger. Zowel door de hygiënische omstandigheden als vanwege de schaarste of het gebrek aan voedsel.
Hier zijn enkele dagen geleden 35 vrijwilligers van Sant'Egidio 'aangemeerd'. Ze zijn de eersten van een grote groep die elkaar tot het einde van de maand augustus afwisselen. Ze komen met solidariteit en vriendschap.
Sant’Egidio heeft meteen het 'restaurant van de vriendschap' geopend voor de vluchtelingen op het eiland. Niet ver van de kampen kunnen ze er iedere avond, van maandag tot vrijdag, samen eten. Gisterenavond zaten er zo'n 200 'gasten' van kamp Moria aan tafel voor een lekkere maaltijd van rijst, vlees en groenten. Naast een goede maaltijd was er veel vriendschap aan tafel te vinden.
Op Samos, een veel kleiner eiland, is de situatie vergelijkbaar. Er zijn geen ingerichte kampen en de hygiënische omstandigheden zijn er heel slecht. Er is een gebrek aan drinkwater. Daarom zijn we 'waterbonnen' gaan uitdelen aan de vluchtelingen, waarmee ze gratis flessen water kunnen ontvangen. Ook op Samos wordt de opening van een restaurant van de vriendschap voorbereid. De zomer van Sant’Egidio is nog maar net begonnen!