De mensa aan Via Dandolo 10 te Rome is altijd stampvol. Maar vrijdag 9 november was het onvoorstelbaar vol. Echt iedereen was er: mensen die voor het eerst kwamen en oude vrienden. Ze kwamen samen om de 30e verjaardag te vieren van deze plaats waar, zoals de voorzitter van Sant'Egidio, Marco Impagliazzo, zei in zijn begroeting: "elke dag een familie werd en wordt gevormd".
Het is een plaats met een bijzondere geschiedenis, die het lijden van de rassenwetten uit 1938 heeft meegemaakt. Juist die plaats werd op 9 november 1988, 50 jaar na die wetten en na de verschrikkelijke Kristallnacht, een van de meest representatieve plaatsen van de gastvrijheid die, zoals Andrea Riccardi onlangs zei, een uitdrukking is van de Geest van God. Bijna 200.000 mensen werden er verwelkomd in 30 jaar en er werden meer dan drie miljoen maaltijden gegeten rond deze tafels. Er zijn zoveel verhalen van verloren en hervonden levens. De beelden van het feest en de woorden van Marco Impagliazzo laten ons dit feest en deze vreugde meebeleven.
De begroeting van Marco Impagliazzo
Goedenavond! Dierbare vrienden,
Rond deze tafels, in deze zaal, in de lange entreehal met de afbeelding van het Kerstmaal, met het beeld ter herinnering aan Modesta Valenti en met de plaquette die herinnert aan het bezoek van paus Benedictus XVI in december 2009, werd en wordt elke dag een familie gevormd. Het is niet alleen een plek om te eten, maar een plek waar gesproken wordt, waar je om hulp vraagt, waar je post kunt ontvangen, waar je kunt verblijven... en waar je vrienden wordt, in een prachtige omgeving, niet alleen door de kleuren maar ook door de aanwezigheid van zoveel mensen.
In de familie van de mensa of van Via Dandolo ontvangt wie dorst of honger heeft, wie geen huis heeft of wie als vreemdeling beschouwd wordt, de waardigheid van een broer of zus. Het is een familie waar plaats is voor allen.
Tachtig jaar geleden moest een joodse familie, eigenaar van deze plaats die toen een kousenfabriek was, deze plek verlaten als gevolg van de rassenwetten die waren uitgevaardigd door de fascistische regering. Ze sloten de fabriek, want als joden mochten ze deze niet houden. Gelukkig vonden ze gastvrijheid in Palestina en konden ze ontkomen aan het tragische lot van zovele joden. Na de oorlog heropenden ze de fabriek op piazza Cairoli, dichter bij de joodse wijk in Rome. Vijftig jaar na deze bittere gebeurtenissen waren de zonen van de eigenaar verheugd om het gebouw aan de Gemeenschap te verkopen. Ik zeg verheugd, want van een plaats die werd getekend door uitsluiting en racisme is het een plaats geworden van inclusie en een ruimte van vrijheid en vriendschap voor allen. Andrea Riccardi wilde dat de aankoop van deze ruimtes een werk van de hele Gemeenschap zou zijn en vroeg om een grote collecte voor de aankoop. Terwijl we de tachtig jaar van deze onrechtvaardige wetten gedenken die hier zo schrijnend tot uitdrukking kwamen, zien we hoe deze mensa met nog meer overtuiging en bewustzijn een plaats wil zijn waar iedereen welkom is. Het is de zoete en warme uitdrukking van de universele familie die de Gemeenschap van Sant'Egidio vandaag is. Hier worden de vluchtelingen die zijn gekomen met de humanitaire corridors eerst verwelkomd. Hier is op zondag een lunch voor mensen die jaren geleden van ver weg naar Italië kwamen en nu oud geworden zijn. Hier worden dagelijks diverse goederen ingezameld tijdens noodsituaties als gevolg van de kou. En hier zullen in de nabije toekomst enkele belangrijke vernieuwingen uitgevoerd worden (airconditioning, een mobiele keuken... en andere)
Ik maak van deze bijzondere gelegenheid gebruik om al diegenen te bedanken die de steunpilaren van deze plek geworden zijn (laten we ons in de eerste plaats Francesca Zuccari herinneren, en ik weet dat zij zou hebben gewild dat ik vele andere namen zou noemen, maar bij elke opsomming zou er iemand ontbreken dus ik beperk me tot haar naam), alle vrienden die de noodlijdenden hier en op zovele plaatsen in de stad liefhebben waar we nu elke avond de aanwezigheid zien van mensen die vriendschappelijk naast anderen staan die dat nodig hebben. Sta mij toe al diegenen bedanken die arm genoemd worden, maar die in werkelijkheid veel hebben geholpen, door ons te leren om niet voor onszelf te leven: ze zijn ware meesters en metgezellen voor de Gemeenschap.
Ik geef snel enkele feiten over de mensa: in 30 jaar zijn er bijna 200.000 verschillende mensen (193.211) geweest, van wie 20% Italianen. De andere 80% zjin mensen met meer dan 100 verschillende nationaliteiten. Er zijn zo'n 3.000.000 maaltijden geserveerd.
We schatten dat er zo'n 15.000 mensen zijn geweest om te bedienen, waaronder groepen die tijdens de zomer komen en talloze religieuzen en seminaristen van allerlei congregaties.
Begin jaren negentig serveerden we 1800 maaltijden per dag (met een piek van 2000 in 1990).
Nu komen er ongeveer 500 mensen per dag eten, en rond de 5000 verschillende mensen per jaar. Het aantal ouderen is onder de nieuwe Italianen toegenomen (10% van het totaal is ouder dan 65). Deze plek heeft mettertijd duizenden bezoeken ontvangen van individuen, groepen, nieuwsgierigen, journalisten, etc. Maar ik zou vooral willen herinneren aan het bezoek van een paus, de eerste in de moderne tijd die een mensa bezocht en aan tafel ging zitten (ook dat is een record van de mensa van Via Dandolo). Benedictus XVI zei in december 2009: “Hier gebeurt wat thuis gebeurt: wie bedient en helpt wordt verward met wie geholpen en bediend wordt, en in de eerste plaats vinden we hier wie in grote nood is. Bij mij kwam de uitdrukking uit de psalm naar boven: “Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen!” (Ps 133,1). De inspanning om wie alleen of in nood is een gevoel van familie te geven, die de Gemeenschap van Sant'Egidio zo lovenswaardig voortbrengt, ontstaat in het aandachtig luisteren naar het Woord van God, en in het gebed”.
DE VIDEO [IT]
TER VERDIEPING