"Een koude, winderige dag, maar doordrongen van licht." Zo herinnert Andrea Riccardi, stichter van de Gemeenschap van Sant'Egidio, zich de historische dag van gebed voor de vrede, dertig jaar geleden bijeengeroepen door Johannes Paulus II. Voor Riccardi duidde "de intuïtie" van Johannes Paulus II "eenvoudig en diepgaand" het begin van iets heel nieuws aan: de religieuze leiders konden "schouder aan schouder staan voor de vrede" en "het feit dat zij samen verschenen, getuigde tegenover hun respectieve gelovigen dat samen leven mogelijk was."
Dat evenement waarvan sommigen wilden dat het "eenmalig, zonder vervolg" was, deed iets "intrinsieks" aan elke religieuze traditie naar boven komen, dat in staat bleek om vruchten van vrede voort te brengen "op veel plekken van de wereld", zoals bijvoorbeeld in Mozambique (1992). Bovendien weersprak het dat geloof leidt tot oorlog en terrorisme. In Assisi bleek de noodzaak van het gebed voor de vrede, en "van ieders gebed, volgens ieders eigen identiteit en op zoek naar de waarheid."
Daarom, constateerde Riccardi, "heeft Sant’Egidio gekozen om die geest voort te zetten", om door te gaan om elkaar te ontmoeten, omdat "in de ontmoeting een bevrijding zit" van veel eigen kleine wereldjes. Vandaag waait de geest van Assisi "in een complexe en gefragmenteerde tijd, met z'n uirdagingen, van toenadering van de volkeren, maar ook met nieuwe angsten."
Riccardi onderstreepte het belang van de kunst van de dialoog, "van kapitaal belang om te verenigen, om in het licht te stellen wat gemeenschappelijk is en op waarde te schatten wat verschillend is." Hij citeerde Bauman, voor wie de kunst van de dialoog iets is waarmee de mensheid zich moet leren verstaan, omdat het alternatief te verschrikkelijk is om zelfs maar te bedenken." De stichter van Sant’Egidio besloot: "De dialoog is de intelligente weg van het samen leven: ofwel we gaan samen leven of we gaan samen sterven."