Feest van de kerkwijding van de Sint-Pietersbasiliek en de basiliek van Sint-Paulus-buiten-de-muren in Rome. Lees meer
Feest van de kerkwijding van de Sint-Pietersbasiliek en de basiliek van Sint-Paulus-buiten-de-muren in Rome.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Lucas 18,35-43
Toen Hij in de buurt van Jericho kwam, zat er een blinde langs de weg te bedelen. Die hoorde veel mensen voorbijkomen en vroeg wat er aan de hand was. ‘Jezus de Nazoreeër komt hierlangs', vertelden ze hem. Toen riep hij: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!' Degenen die voorop liepen snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden. Maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!' Jezus bleef staan en gaf opdracht om de man bij Hem te brengen. Toen hij voor Hem stond, vroeg Hij : ‘Wat wilt u dat Ik voor u doe?' Hij zei: ‘Dat ik weer zien kan, Heer.' ‘Kijk Me aan!' zei Jezus, ‘uw vertrouwen is uw redding.' Meteen kon hij weer zien; en hij volgde Hem terwijl hij God verheerlijkte. Heel het volk zag het en prees God.
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Jezus nadert het einde van zijn reis. Hij is nu dicht bij Jericho, de laatste stad voor Jeruzalem. De evangelist lijkt vooruit te willen lopen op de intocht in Jeruzalem. Bij de poorten van de stad staat een blinde man om aalmoezen te bedelen - het evangelie volgens Marcus noemt zijn naam: Bartimeüs. De man hoort lawaai en vraagt wat er aan de hand is. "Jezus de Nazoreeër komt hierlangs", vertellen ze hem. De man heeft iemand nodig die hem over Jezus vertelt, want hij kan Hem niet zien. Wij hebben allemaal iemand nodig die ons over Jezus vertelt, want van nature gericht op onszelf en onze eigen dingen zijn we als blinden. Niet alleen omdat we moeite hebben om onze ogen van onszelf af te wenden, maar we kunnen Hem niet zien als de kerk niet met ons over Jezus spreekt. Welnu, die blinde man, die de aankondiging van Jezus' nabijheid hoort, begrijpt dat Hij die hem kan redden dichterbij komt, zoals niemand anders hem kon redden. Hoeveel mensen had hij wel niet voorbij horen gaan, die misschien een aalmoes gaven, om vervolgens hun weg te vervolgen. Op die dag realiseert hij zich dat Jezus niet aan hem voorbij zal gaan en dat Hij hem kan genezen. Het is in een directe ontmoeting tussen ons en Jezus dat de genezing plaatsvindt. Als een erkenning van het initiatief dat de blinde neemt, zegt Hij hem: "Kijk Me aan! Uw vertrouwen is uw redding". De man begint te zien en als eerste - wat een genade?- ziet hij Jezus, dat gezicht vol tederheid en liefde. Het is een ontmoeting die zijn hart raakt. Hij ziet nu ook met de ogen van zijn hart en hij gaat Hem volgen. Hij trekt zich niet in zijn eentje terug om van de genezing te genieten. Nee, hij begrijpt dat hij moet deelnemen aan de genezing van de wereld, zodat alle mensen Gods barmhartigheid zien en zich tot Hem bekeren. Deze blinde man wordt het beeld van de gelovige, van degene die zijn eigen blindheid erkent, in geloof tot de Heer bidt, zich laat genezen en de Meester volgt. Hij is een voorbeeld voor ons allemaal.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.