GEBED IEDERE DAG

Gebed op de vigilie
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed op de vigilie
Zaterdag 5 oktober


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Iedereen die leeft en in Mij gelooft
zal in eeuwigheid niet sterven.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Lucas 10,17-24

De tweeënzeventig kwamen opgetogen terug. ‘Heer,' zeiden ze, ‘zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons in uw naam.' Hij zei tegen hen: ‘Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen. Kijk, Ik heb jullie de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te trappen en in te gaan tegen alle vijandelijke krachten; niets kan jullie deren. Toch moeten jullie je niet verheugen omdat de geesten zich aan jullie onderwerpen; nee, verheug je omdat jullie namen staan opgetekend in de hemel.' Toen jubelde Hij het uit, gedreven door de heilige Geest, en zei: ‘Ik dank U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U dit verborgen hebt gehouden voor wijzen en verstandigen en het onthuld hebt aan eenvoudigen. Ja, Vader, zo hebt U het goedgevonden. Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand weet wie de Zoon is behalve de Vader, en niemand weet wie de Vader is behalve de Zoon, en ieder aan wie de Zoon het wil onthullen.'
Daarop richtte Hij zich afzonderlijk tot zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig de ogen die zien wat jullie zien. Ik verzeker jullie: vele profeten en koningen hadden willen zien wat jullie zien, maar zij hebben het niet gezien, en willen horen wat jullie horen, maar zij hebben het niet gehoord.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als je gelooft,
zal je Gods heerlijkheid zien, zo spreekt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Tijdens hun missionaire reis hebben de tweeënzeventig leerlingen ervaren hoe onweerstaanbaar krachtig het evangelie van de liefde van Jezus is. Als ze 's avonds terugkeren, komen ze rond Jezus samen. Ze zijn vervuld van vreugde terwijl ze vertellen over de wonderen die ze hebben kunnen verrichten. Jezus luistert naar hen en verheugt zich. Hij zegt hun: "Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen". Deze vreugde komt telkens terug in de christelijke gemeenschap wanneer het kwade terugdeinst voor de zwakke kracht van de liefde. Jezus bevestigt de leerlingen dat Hij hun macht heeft gegeven: "Kijk, Ik heb jullie de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te trappen en in te gaan tegen alle vijandelijke krachten; niets kan jullie deren". Het zijn woorden die we nooit mogen vergeten, hoewel we dat vaak doen, onverantwoordelijk als we zijn. Deze woorden vergeten betekent niet geloven in de kracht van het evangelie en dus de werkzaamheid verloren laten gaan van het getuigenis dat we moeten afleggen. Jezus voegt daaraan toe dat de ware vreugde, die niemand de leerlingen ooit kan afnemen, bestaat uit het feit dat onze namen opgetekend staan in de hemel, dicht bij Gods hart. De communie met Jezus, met de Vader en de heilige Geest, is het leven van de leerlingen vandaag en in de toekomst. In deze communie ligt hun kracht en hun vreugde. Jezus is ontroerd door wat er die dag is gebeurd, slaat zijn ogen op naar de hemel en dankt de Vader omdat Hij Hem gekozen heeft om het geheim van zijn liefde aan die kleine leerlingen toe te vertrouwen. Het is een zacht gebed dat voortkomt uit de diepe liefde van Jezus voor de Vader en voor de leerlingen, maar ook voor ons, kinderen van het laatste uur. Na dat het gebed richt Jezus zich tot de tweeënzeventig en spreekt een zaligspreking uit die alle gelovigen moet bereiken: "Gelukkig de ogen die zien wat jullie zien". Ook ons is de genade gegeven om te "zien", om te luisteren, om op een directe manier met Jezus te leven door deel te nemen aan het leven van de gemeenschap van gelovigen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.