GEBED IEDERE DAG

WITTE DONDERDAG
Woord van god elke dag

WITTE DONDERDAG

WITTE DONDERDAG
Gedachtenis van het Laatste Avondmaal en de voetwassing.
Lees meer

Libretto DEL GIORNO
WITTE DONDERDAG
Donderdag 28 maart

WITTE DONDERDAG
Gedachtenis van het Laatste Avondmaal en de voetwassing.


Eerste Lezing

Exodus 12,1-8.11-14

De Heer sprak tot Mozes en Aäron in Egypte: ‘Deze maand moet u beschouwen als de beginmaand, als de eerste maand van het jaar. Maak aan heel de gemeenschap van Israël het volgende bekend. Op de tiende van deze maand moet iedere familie een lam uitkiezen, ieder huis een lam. Als een familie te klein is voor een lam, dan moeten ze, rekening houdend met het aantal personen, samendoen met hun naaste buren. Bij het verdelen van het lam moet er rekening gehouden worden met ieders eetlust. Het lam moet gaaf zijn, van het mannelijk geslacht en eenjarig. U kunt er een schaap of een geit voor nemen. U moet de dieren vasthouden tot aan de veertiende van de maand. Dan moet heel de verzamelde gemeenschap van Israël ze slachten in de avondschemering. Vervolgens moet u wat bloed nemen en dat uitstrijken over de beide deurposten en over de bovenbalk van de deur van alle huizen waar het lam gegeten wordt. In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden. Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en bittere kruiden. En dit is de wijze waarop u het lam moet eten: uw lendenen omgord, sandalen aan uw voeten, en uw staf in de hand. Haastig moet u het eten, want het is Pasen voor de Heer. Deze nacht zal Ik door Egypte gaan en alle eerstgeborenen van Egypte, zowel mensen als dieren, slaan. Aan alle goden van Egypte zal ik het vonnis voltrekken. Ik ben de Heer. Maar het bloed aan de huizen zal een teken zijn dat u daar woont. Als Ik het bloed aan uw huizen zie, zal Ik aan u voorbijgaan. De vernietigende plaag zal u niet treffen als Ik Egypte sla. Deze dag moet u tot een gedenkdag maken, u moet hem vieren als een feest ter ere van de Heer. Generatie op generatie moet u hem als een eeuwig voorschrift vieren.

Psalmgezang

Psalm 116 (115)

Geeft niet de beker der zegening die wij zegenen
gemeenschap met het bloed van Christus?

Hoe kan ik mijn dank betuigen
voor al wat de Heer mij gaf?
Ik hef de offerbeker,
de Naam van de Heer roep ik aan.

Want kostbaar is in de ogen des Heren
het leven van wie Hem vereert.
O Heer, ik ben uw dienaar,
Gij hebt mijn boeien geslaakt.

Met offers zal ik U loven,
de Naam van de Heer roep ik aan.
Ik zal mijn geloften volbrengen
waar heel zijn volk het ziet.

Tweede Lezing

1 Korintiërs 11,23-26

Zelf heb ik van de Heer de overlevering ontvangen die ik u op mijn beurt heb doorgegeven: dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, een brood nam, het dankgebed sprak, het brood in stukken brak en zei: ‘Dit is mijn lichaam; het is voor jullie. Blijf dit doen om Mij te gedenken.' Na de maaltijd zei Hij zo ook van de beker: ‘Deze beker is het nieuwe verbond door mijn bloed. Blijf dit doen om Mij te gedenken, telkens wanneer jullie eruit drinken.' Telkens als u dus dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer totdat Hij komt.

Evangelie

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Ik ben de goede herder,
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zij zullen één kudde en één schaapstal worden.

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Johannes 13,1-15

Het paasfeest was ophanden. Jezus wist dat zijn uur gekomen was: nu zou Hij de wereld verlaten om naar de Vader te gaan. Voorheen hield Hij al van degenen die Hem in de wereld toebehoorden, maar nu zou Hij hun zijn liefde betonen tot het uiterste. Het gebeurde tijdens een maaltijd. De duivel had inmiddels iemand ertoe aangezet Hem over te leveren: Judas, de zoon van Simon Iskariot. Jezus, die wist dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God gekomen was en naar God zou teruggaan, stond van tafel op, legde zijn bovenkleren af en bond een linnen schort om zijn middel. Daarna goot Hij water in een waskom en begon Hij de voeten van zijn leerlingen te wassen. Hij droogde ze af met de schort om zijn middel. Zo kwam Hij bij Simon Petrus. ‘Heer,' zei deze, ‘gaat U mij de voeten wassen?' Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Wat Ik doe, daar heb je nu geen begrip van; later zul je het begrijpen.' Petrus hield vol: ‘Nooit in der eeuwigheid zult U mij de voeten wassen!' Maar Jezus zei: ‘Als Ik je voeten niet mag wassen, hoor je niet bij Mij.' ‘Heer,' zei Simon Petrus toen, ‘dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.' Maar Jezus antwoordde: ‘Wie in bad is geweest, is helemaal gezuiverd; buiten de voeten hoeft hij niets meer te wassen. Zo zijn ook jullie gezuiverd - hoewel niet allemaal.' Hij wist namelijk wie Hem zou overleveren; daarom zei Hij: ‘Jullie zijn niet allemaal gezuiverd.' Toen Hij hun voeten had gewassen en zijn bovenkleren had aangetrokken, nam Hij weer aan tafel plaats en zei: ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb? Jullie noemen Mij meester en Heer, en terecht, want dat ben Ik. Welnu, als Ik, jullie Heer en meester, jullie voeten heb gewassen, dan behoren jullie ook elkaar de voeten te wassen. Ik heb jullie het voorbeeld gegeven: je moet doen zoals Ik voor jullie heb gedaan.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Ik geef jullie een nieuw gebod:
gij moet elkander liefhebben.

Loven wij de Heer, Hem zij alle eer en dank.

Homilie

Het evangelie van Witte Donderdag spoort de leerlingen aan om voor elkaar te buigen en elkaars voeten te wassen. Het is een nieuw gebod en een grote gave die we vanavond ontvangen. In de liturgie van deze avond is de voetwassing een teken, een aanwijzing van de weg die we moeten volgen: was elkaars voeten, te beginnen met die van de armsten. Witte Donderdag leert ons hoe we moeten leven en van waaruit we moeten beginnen te leven: het ware leven is niet onbuigzaam rechtop blijven staan in je hoogmoed; het leven volgens het evangelie is je buigen voor je zussen en broers, te beginnen met de zwaksten. Het is een weg die uit de hemel komt, en toch is het de meest menselijke weg. We hebben allemaal iemand nodig die zich naar ons toe buigt, net zoals wij ons naar onze zussen en broers moeten buigen. Witte Donderdag is echt een menselijke dag: de dag dat Jezus in zijn liefde in de diepte afdaalt, tot aan de voeten van zijn vrienden. En voor Jezus is iedereen zijn vriend, zelfs wie Hem zal verraden. Jezus beschouwt niemand als zijn vijand. Voor Hem is alles liefde. De voetwassing is geen gebaar, het is een manier van leven. In feite is dit Jezus' levenslange verlangen. Die avond wil Hij bij de zijnen zijn, die van gisteren en die van vandaag, inclusief ons. Hij gaat met de twaalf aan tafel zitten, neemt het brood en deelt het uit met de woorden: "Dit is mijn lichaam; het wordt voor jullie gegeven". Hij doet hetzelfde met de beker wijn: "Deze beker is het nieuwe verbond door mijn bloed; hij wordt voor jullie leeggegoten". Dat brood en die wijn zijn voor ons, pelgrims op de wegen van de wereld, het voedsel dat uit de hemel is neergedaald. Ze maken ons meer zoals Jezus. Ze helpen ons om te leven zoals Hij leefde. Ze geven ons gevoelens van goedheid, van dienstbaarheid, van tederheid, van liefde en van vergeving. Dezelfde gevoelens die Hem ertoe brachten om de voeten van zijn leerlingen te wassen, als een dienaar.
Na de maaltijd begeeft Jezus zich naar de Olijfhof. Hier knielt Hij weer, of liever gezegd, Hij werpt zich languit op de grond en zweet bloed van pijn en angst. Laten we op zijn minst een beetje meevoelen met deze mens die van ons houdt met een liefde die op aarde nooit gezien is. En als we voor zijn graf staan, laten we Hem dan onze vriendschap verklaren. Vandaag is het de Heer die meer dan wij gezelschap nodig heeft. Laten we luisteren naar zijn smeekbede: "Ik ben dodelijk bedroefd. Blijf hier, en blijf wakker met Mij" (Mt 26, 38). Laten we ons over Hem buigen en Hem de troost van onze nabijheid niet ontzeggen.

WOORD VAN GOD ELKE DAG: DE KALENDER

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.

WOORD VAN GOD ELKE DAG: DE KALENDER